Benchmark
Uit Tuencyclopedie
Wie in de negentiende eeuw als landmeter of kaartmaker de hoogte van een plek ten opzichte van het zeeniveau wilde markeren, deed dat door een streep in een paal te kerven of op een gebouw te kalken. Dit zo genoemde benchmark heeft in het spraakgebruik de betekenis gekregen van een referentiepunt of standaard. In het vocabulaire van bestuurders, managers, marketeers en beleidsmakers is het in de jaren negentig van de vorige eeuw een steeds populairder woord geworden. Hoe doen we het ten opzichte van onze collega’s of concurrenten? Het benchmarken en ranken werd voor het eerst in 1996 als bestuurlijk instrument binnen de TU/e geïntroduceerd door collegevoorzitter dr.ir. H.G.J. de Wilt. Hij liet toptien lijstjes over de TU/eprestaties op allerlei terreinen maken, om vervolgens te zorgen dat (als dat nodig mocht blijken) verantwoordelijken hun prestaties verbeterden. De benchmark ging een rol spelen als katalysator van ambities. En wanneer de prestaties goed uitvallen, worden er uiteraard pogingen ondernomen om er in de media mee te pronken. De behoefte aan overzichtelijke lijstjes nam in de jaren negentig overal in de samenleving toe, hoewel het soms heel moeilijk bleek om grootheden objectief te definiëren en er niet zelden appels met peren werden vergeleken.
Inhoud |
Van Raan
Onderzoekers publiceren hun onderzoeksresultaten in wetenschappelijke tijdschriften die ieder voor zich ook weer een bepaalde status hebben binnen de onderzoekswereld. Nature en Science bijvoorbeeld zijn bladen die wereldwijd bij onderzoekers en in de media een hoge status genieten. Wetenschap is een internationaal bedrijf, of zoals prof.dr.ir. H.E.H. Meijer het uitdrukte: “Wereldberoemd in Nuenen telt niet.” Op onderzoeksgebied is het samenstellen van citatie-indexen voor wetenschappelijke publicaties tot een discipline uitgegroeid. De Leidse onderzoeker prof.dr. A.F.J. van Raan (opgeleid als wis-, natuur- en sterrenkundige) geldt in Nederland als specialist op het terrein van het meten van het weten. In 1999 deed hij op verzoek van de TU/e onderzoek naar de wetenschappelijke output van de Universiteit. Een rapportage lekte begin 2000 voortijdig uit naar het blad Cursor. De TU/e bleek in internationaal wetenschappelijk opzicht uitstekend te presteren. Eindhovense onderzoekers publiceerden relatief veel in vooraanstaande wetenschappelijke tijdschriften en er werd meer dan gemiddeld naar hun artikelen verwezen door anderen. Bovendien bleek er sinds 1990 sprake te zijn van een stijgende lijn. De TU/e gooide vooral hoge ogen op de gebieden fysische chemie, natuurkunde, polymeerwetenschap, analytische chemie, mechanica en materiaalkunde. Van Raan onderzocht het aantal artikelen dat door medewerkers van de beschouwde universiteiten tussen 1990 en 1998 werd gepubliceerd, en het aantal keren dat deze artikelen in andere wetenschappelijke artikelen werden geciteerd. Dat leverde de volgende rangorde op, waarbij 1.0 het wereldgemiddelde representeert:
- Eidgenössische Technische Hochschule, Zürich 1,52
- École Polytechnique Fédérale de Lausanne 1,48
- Technische Universiteit Eindhoven 1,30
- Universiteit Twente 1,27
- Imperial College, London 1,25
- Technische Universiteit Delft 1,14
- Kungliga Tekniska Högskolan, Stockholm 1,09
- Rheinisch-Westfälische Technische Hochschule, Aachen 0,93
- Institut National Polytechnique de Grenoble 0,81
Europese Unie
In 2003 publiceerde de Europese Unie een overzicht van 22 Europese universiteiten die bovengemiddeld scoren wat betreft hun impact. Ditmaal werd het aantal publicaties, het aantal citaties en de citatie-impact geturfd. De top vijf, waarbij 1.0 weer staat voor het wereldgemiddelde:
- Cambridge University 1,55
- Oxford University 1,48
- Technische Universiteit Eindhoven 1,40
- Technische Universität München 1,40
- Edinburgh University 1,35
Keuzegids Hoger Onderwijs
In Nederland ging het Hoger Onderwijs Persbureau er in de jaren negentig toe over om de universitaire opleidingen in kaart te brengen en met elkaar te vergelijken. De resultaten werden gepubliceerd in de Keuzegids Hoger Onderwijs. Studenten en deskundigen worden op een groot aantal onderdelen naar hun mening gevraagd en de uitkomsten worden ook hier in lijstjes verwerkt. De TU/e werd door de jaren herhaaldelijk erkend als beste Nederlandse technische universiteit.
Elsevier
Ook het weekblad Elsevier brengt ieder jaar een special uit waarin de universitaire opleidingen en faciliteiten in Nederland met elkaar worden vergeleken. Ook Elsevier wees de TU/e, bijvoorbeeld in 2013 en 2015, meerdere malen aan als beste Nederlandse TU.
Der Spiegel
In 1998 kwam het Duitse blad Der Spiegel met een ranglijst van Europese universiteiten, gebaseerd op een enquête onder (Duitse) hoogleraren. “Bei uns heißt es immer, ran, ran, ran”, wordt een Eindhovense student van de faculteit Werktuigbouwkunde geciteerd. De TU/e eindigt als beste Europese TU.
Shanghai Jiao Tong
Deze Chinese universiteit beoordeelt jaarlijks instellingen over de hele wereld aan de hand van een aantal prestatieindicatoren. Voor wie Nobelprijswinnaars in huis heeft, tikt de teller aardig door. De TU/e bevindt zich in 2005 volgens deze Chinese telling ergens tussen plaats drie- en vierhonderd.
Times Higher Education Supplement
Dit Britse blad publiceert ieder jaar een ranking. In de wereldwijde top 200 stond de TU/e in 2004 op de 83e plaats. In 2006 klom de TU/e op naar plaats 67. Daarmee is de Eindhovense universiteit de best geklasseerde van de Nederlandse universiteiten. In het lustrumjaar 2016 rekende the Times de TU/e in twee vakgebieden, Engineering and Technology en Computer Science, tot de wereldwijde top-100.
Machtigste R&D-ers van Nederland
Het blad Natuurwetenschap en Techniek kon natuurlijk niet achterblijven en hield in 2005 een peiling onder zijn lezers
naar de meest invloedrijke koersbepalers in Research and Development. Wie de juiste bril opzet, leest ook hier een eerste plaats voor Eindhoven. Philips Chief Technology Officer dr. A. Huijser >is immers een TU/e-alumnus.
Kleinste aantal vrouwelijke hoogleraren
In één Nederlands benchmarklijstje scoort de TU/e consequent slecht: Eindhoven heeft al jaren het kleinste aantal vrouwelijke hoogleraren van het land.
Quote Top 500
In de Nederlandse Moeder der Rankinglijsten, de Quote Top 500 van rijkste vaderlanders, staat TU/e-alumnus ir. T.J.M. Moeskops (*1963), die in 1985 afstudeerde als bouwkundige, met een geschat vermogen van 180 miljoen euro op een bescheiden 123e plaats. Maar dat verandert, aangezien zijn bedrijf de opdracht heeft verworven om in München de nieuwe High Tech campus te bouwen.
Beloning bestuurders
TU/e-alumnus dr.ir. M.A.M. Boersma haalde in 2005 en 2006 de kranten met zijn topinkomen als bestuursvoorzitter van Essent. De aandacht van pers en politiek voor de beloning van bestuurders in semi-publieke functies is rond de millenniumwisseling toegenomen. Een van de landelijke dagbladen publiceerde een lijstje met de inkomens van universiteitsbestuurders. Er konden wat vraagtekens gezet worden bij de correctheid van de gegevens, maar hoe dan ook: de TU/e kwam op nummer één te staan. Collegevoorzitter De Wilt werd om commentaar gevraagd en reageerde laconiek: “Och, het is ons streven om in alle rankings bovenaan te staan, dus waarom niet in deze?”