Persoonlijke instellingen

Withagen W.J. en Engel A.

Uit Tuencyclopedie

Share/Save/Bookmark

Ir. W.J. (Willem Jan) Withagen (*1960) en zijn vrouw ir. A. (Angelic) Engel (*1965) kozen beiden na hun studie voor het ondernemerschap. Hij studeerde elektrotechniek, haalde zijn ingenieurstitel in 1988, was oprichter van Internet Access Eindhoven (IAE) en is nu directeur van Digiware (netwerkbeheer en -advies). Zij studeerde in 1991 af in technische informatica en is directeur van multimediabedrijf Medusa. Op het hoogtepunt van de internethype verkocht Withagen IAE. Hij had de regionale provider zes jaar eerder opgericht, omdat hij de faciliteiten voor internet en e-mail die hij op de TU/e kende, miste in het bedrijfsleven. Zijn vrouw werkte met haar eigen bedrijfje ook voor IAE. Withagen begon in 1980 aan de studie elektrotechniek. Engel startte in 1984 met technische informatica, na uitgeloot te zijn voor medicijnen. “Toen ik begon, bestond de opleiding aan de TU/e nog maar drie jaar”, vertelt ze. “Het was een samenraapsel van vakken. Later is het meer een geheel geworden. De studie was leuk, maar het eerste jaar was wel schrikken: zoveel jongens. Ik ben zelf ook een techneut, maar hier was ik niet op voorbereid. Ik had nog geluk; mijn jaar had relatief veel meisjes. Al met al was het een gezellige tijd, we hebben veel lol gehad.” Withagen haalde de eerstejaarsvakken met gemak: “Op de allereerste dag heb ik alle dictaten opgehaald en diezelfde avond alles over digitale systemen gelezen”, vertelt hij. “De volgende dag heb ik de dictaten over dat onderwerp voor het tweede semester gelezen. En daarna de hele bibliotheek uitgeplozen. Na het eerste jaar heb ik de studie laten sloffen en er vervolgens nog negen jaar over gedaan. Ik ben een jaar op stage geweest in Canada, waar normaal zes weken voor staat. Ik was gefascineerd door de materie, door hardware met name. Het vakgebied was in de jaren tachtig heel erg in ontwikkeling. Het waren spannende tijden, ieder jaar was er iets nieuws.”

Softwarehouse

Waar Withagen zich op de hardware stortte, deed Engel dat op de software. En dan vooral de technische variant, embedded systemen en telecom. “Ik vond het afstuderen het leukst”, zegt ze. “Veel zelf bedenken, meer diepgang, discussies met de docenten. Ik heb een jaar verlenging gekregen, omdat ik actief ben geweest in de faculteit. Ik zat in de studentenraad en in de ‘COSI’, een commissie van studenten en docenten die meepraatte over het curriculum. Dat doe ik nog steeds, in een externe adviescommissie waar mensen uit het bedrijfsleven inzitten.” Na haar afstuderen wilde Engel promoveren, maar er was geen plaats. “Toen ben ik gaan werken, en daarna is het te laat. Als je eenmaal in het bedrijfsleven zit, ga je niet meer terug om te promoveren. Ik heb altijd een eigen bedrijf willen hebben. Om ervaring op te doen ben ik begonnen bij een softwarehouse. Ik ben op allerlei plekken gedetacheerd geweest. Er zaten leuke klussen bij, voor de cd-machine bijvoorbeeld. Dan zie je veel, ook hoe het niet moet. Ik was vaak de enige vrouw in een technisch beroep.” Withagen was ook van plan om een proefschrift te schrijven. “Maar er kwamen allerlei andere leuke dingen tussendoor. Bij mijn eigen vakgroep kon ik nog wat assisteren voor de interne automatisering. Daar ben ik vijf jaar lang blijven hangen en van promoveren is het niet meer gekomen. Ook mijn emigratie naar Canada is niet doorgegaan. Angelic en ik waren elkaar inmiddels al tegengekomen.”

Pingpongen

Na een jaar op het Philips Natuurkundig Laboratorium was het tijd om een eigen weg in te slaan die te maken had met een nieuwe ontwikkeling: internet. “Op de Universiteit had ik al in 1985 ervaring opgedaan met het opzetten van voorzieningen voor internet en e-mail. In het bedrijfsleven bestond dat toen nog niet. Zo kwamen we op het idee om een eigen provider op te richten. Met drie studiegenoten heb ik IAE als stichting in het leven geroepen. Een jaar later hebben we er een bv van gemaakt. Daarna heeft het een hoge vlucht genomen. Iedereen wilde plotseling internetten en e-mailen. We kregen tientallen medewerkers in dienst.” Angelic is met haar bedrijf Medusa ook voor zichzelf begonnen. “Mijn softwarehouse zag op dat moment niets in internet, IAE kon mijn diensten wel gebruiken, maar ik ben niet bij Willem Jan gaan werken; onze bedrijven zijn gescheiden gebleven.” Tot 1999 heeft IAE in het Alfa-paviljoen voor startende bedrijven op het TU/e-terrein gezeten. “We waren de eerste bewoners van dat paviljoen”, vertelt Withagen. “We konden vierkante meters huren voor weinig geld en gebruik maken van de laboratoria. Al snel groeiden we er uit en moesten we verhuizen naar het gebouw van de Technische Dienst.” Ook Engel heeft van het paviljoen gebruik gemaakt voor haar bedrijfje. “In die tijd was internet nog geen hype, het was allemaal heel pril. Dan heb je veel aan elkaar als starters. We gingen samen kroketten halen in de kantine van de faculteit Technische Bedrijfskunde, we speelden pingpong en organiseerden barbecues. Alles was heel informeel. We waren heel creatief bezig, we wisten niet eens precies waarmee. Het was geen schande om te zeggen dat je het even niet meer wist. Ook hebben een aantal bewoners van het paviljoen samen een salestraining gedaan. Als techneut moet je je product tenslotte ook verkopen.”

Verwend

In 2000, midden in de internethype, heeft Withagen IAE verkocht aan een Amerikaans bedrijf. Tot 2002 is hij er nog bij betrokken geweest als general manager, ook in Duitsland. “Maar op een gegeven moment boeide het me niet meer. Ik ben nu met andere fascinerende dingen bezig. Ik geef advies aan kleine netwerkbedrijfjes en cursussen op het Natlab. Het is heel leuk, maar anders. De kans dat mijn bedrijf zich op het juiste moment met de wereld kan meten is niet groot. Ik verwacht niet dat ik nog eens zoveel mazzel heb.” “Als je eenmaal zo’n snelgroeiend bedrijf hebt gehad, dan ben je verwend”, voegt Engel toe. “Zoek dan maar eens iets dat net zo’n leuke uitdaging is.” Zelf heeft ze na de verkoop van IAE haar bedrijf Medusa voortgezet voor advies en realisatie van multimediaprojecten. Er werken nu acht mensen. “Het is niet meer zo hardcore als toen ik werkte met embedded systemen of telecom. De uitdaging ligt nu vooral in de bedrijfsvoering, het personeel, de contacten met klanten. Die diversiteit is wat mij zo aantrekt in een eigen bedrijf.” Aan de studie hebben ze ‘best veel’ gehad. “Bepaalde vaardigheden, een manier van denken, die raak je nooit meer kwijt”, zegt Withagen. “Je splitst een probleem op en zoekt dan de relatie tussen de deelproblemen. Die werkwijze is heel ruim inzetbaar. Het is bijna een levensfilosofie over hoe je met vraagstukken omgaat.” Engel heeft nog steeds een band met de TU/e. “Ik praat nog regelmatig mee over het curriculum van de opleiding technische informatica. En ik geef studenten die een bedrijfje willen opzetten advies. Erg leuk om te doen.” “Eens een ondernemer, altijd een ondernemer”, voegt haar man eraan toe.