Persoonlijke instellingen

Toga

Uit Tuencyclopedie

Share/Save/Bookmark

Nederland is geen land voor excessieve pracht en praal. Maar hoogleraren hebben het recht (nadat ze een intreerede gehouden hebben) een toga en baret te dragen, overblijfselen van zestiendeeeuwse geleerdendracht. In tegenstelling tot rechters, advocaten en sommige Britse hoogleraren dragen ze de toga slechts bij academische plechtigheden. Het is een oud gebruik dat de overige aanwezigen uit respect opstaan wanneer het gezelschap in cortège binnenschrijdt.

Erasmus


In Nederland dragen hoogleraren een sobere zwarte cape en een baret, waarmee ook de grote humanist en geleerde Desiderius Erasmus (*ca 1467 - †1536) staat afgebeeld op een beroemd portret van de schilder Hans Holbein. De hooglerarentoga wordt weinig gedragen, maar de symbolische waarde is groot. Menig fotograaf schiet zijn rolletje vol wanneer een stoet hoogleraren in processie voortschrijdt. Zoals vluchten overvliegende ganzen de lente aankondigen, staat in de moderne iconografie zo’n togafoto in de krant meestal voor de boodschap: ‘Het academisch jaar is weer geopend.’ De Utrechtse historica dr. C.M. Ridderikhof meldt over historie van de toga of tabbaard: “De tabbaard gaf de hoogleraar allure, maar daarin stond hij in de zeventiende en achttiende eeuw niet alleen. Bijna iedere geleerde had zo’n kledingstuk in zijn bezit. Het was nog een reliek uit de tijd dat er nauwelijks onderscheid werd gemaakt tussen een geestelijke en een geleerde. De klerken bleven hun toga dragen, de predikanten, de rechters, de professoren, maar ook de schemerachtige types die vroeger een taak in de kerk te vervullen hadden. In 1758 moest de Utrechtse Vroedschap de grafbidders en aansprekers vermanen om toe te zien dat hun kledij niet te grote gelijkenis vertoonde met die van de hoogleraren in de theologie en de predikanten.”

Titel: Hoogleraren in toga bij de promotieplechtigheid van dr. Leo Ongkiehong: v.l.n.r. prof. A. Keulemans, prof. H. Dorgelo, prof. K. Posthumus en prof. A. Oldendorff Jaar: 1960 Foto: Archief TU/e

Schraauwers en Zoon


Een hoogleraar aan de TU/e wordt geacht zijn toga (kosten zo’n negenhonderd euro) zelf aan te schaffen. Dat kan bij een tweetal adressen: een in Bergen op Zoom en een in Utrecht. De TU/e-toga wordt in couturiersjargon als volgt omschreven: ‘Gemaakt van croisé laken met breed Frans fluweel en kraag en manchetten, de mouwen rood gevoerd en het geheel afgeboord met zwart zijden koord.’ Over het oorspronkelijke ontwerp van de Eindhovense toga is terdege nagedacht. Het onderwerp stond namelijk al op de agenda voordat de Hogeschool geopend was. In de archieven is een map te vinden met een uitgebreide briefwisseling. De eerste brief, van de firma Schraauwers en Zoon uit Kaatsheuvel, dateert van 4 maart 1955 en is (opmerkelijk!) gericht aan de heer W. van Lanschot van de pr-afdeling van Philips: “Zeer geachte heer, U weet dat wij op sommige Hogescholen exclusief de ambstoga leveren. Dit is ook het geval te Tilburg, waar men een uitgesproken lelijke toga heeft. Vaak is daar opgemerkt: ‘hoe heeft men zo een lelijk ding kunnen ontwerpen?’ In verband nu met de vestiging van een technische hogeschool te Eindhoven, waarvoor wij de creatie en levering van de togae ambiëren, zouden wij van u willen vernemen, als u dat niet derangeert, in welk stadium van ontstaan deze hogeschool is?” De ondernemer krijgt als antwoord dat het zo’n vaart nog niet loopt en dat de Tweede Kamer zich nog moet buigen over de oprichting van de THE voordat de toga’s in beeld komen. Maar in oktober 1956 mag Schraauwers langskomen bij rector magnificus prof.dr. H.B. Dorgelo. En dan gaat men een langdurig ontwerpproces in. De Senaat laat op 28 januari 1957 weten dat de door Schraauwers voorgestelde stof niet bevalt. “Het totale gewicht van de toga is aanzienlijk groter dan van een van de andere aanwezige toga’s. Dit kwam de Senaat ongewenst voor, daar het dragen gedurende enige uren van een dergelijke toga te warm zal blijken te zijn. Verder heeft de Senaat zich uitgesproken voor de ronde kraag maar iets ruimer, zowel breder als lager.” Een week daarna stuurt Schraauwers een staal op van een lichtere stof. Zijn bedrijf mag uiteindelijk de toga’s aan veertien hoogleraren leveren voor driehonderdvijfendertig gulden per stuk.

Academische kleedkamer


In de kelders van het Auditorium bevindt zich een academische kleedkamer. In deze togakamer hangen de kledingstukken klaar voor gebruik. De eerlijkheid gebiedt te vermelden dat menige toga de sporen draagt van de vele recepties na afloop van een academische plechtigheid.