Persoonlijke instellingen

Toekomst: perspectief 2006

Uit Tuencyclopedie

Share/Save/Bookmark
(Verschil tussen bewerkingen)
(Nieuwe pagina aangemaakt met 'Een vijftigjarige universiteit heeft veel om op terug te kijken. Maar de generatie studenten die in het lustrumjaar 2005- 2006 met hun studie is begonnen, kijkt juist …')
 
(5 tussenliggende versies worden niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
Een vijftigjarige universiteit heeft veel om op terug te kijken. Maar de generatie studenten die in het lustrumjaar 2005- 2006 met hun studie is begonnen, kijkt juist vol verwachting vooruit. Plannen en verwachtingen, ''hopes and dreams. ''Hoe zien zij hun toekomst, die van hun vakgebied en van de Universiteit? Over dromen, Big City en het belang van een stabiele basis.
Een vijftigjarige universiteit heeft veel om op terug te kijken. Maar de generatie studenten die in het lustrumjaar 2005- 2006 met hun studie is begonnen, kijkt juist vol verwachting vooruit. Plannen en verwachtingen, ''hopes and dreams. ''Hoe zien zij hun toekomst, die van hun vakgebied en van de Universiteit? Over dromen, Big City en het belang van een stabiele basis.
-
'''Ilse van der Heijden '''Als E.H.M. (Ilse) van der Heijden (*1986), studente technische natuurkunde, de keuze moet maken tussen verleden, heden of toekomst kiest ze voor het heden. “Maar altijd met een blik naar de toekomst. Ik geloof dat je moet doen wat je nu leuk vindt, maar je moet daarbij wel naar de consequenties ervan kijken.” Ilse komt uit Eindhoven en staat aan het begin van een hopelijk lange carrière in de technische natuurkunde. In september 2005 startte ze met die opleiding aan de TU/e. Het was een weloverwogen keuze. Maar Van der Heijden is iemand die nooit stil zit en ze heeft nog veel meer plannen. “Het zal mij niets verbazen als dit niet mijn laatste studie is. Ik hou ervan om creatief bezig te zijn en zou dat ook in mijn werk willen stoppen. Dus wie weet doe ik nog wel een andere opleiding in die richting.” De studente ziet de TU/e als een van de middelpunten van kennisstad Eindhoven. “Die rol zou de Universiteit in de toekomst nog meer moeten uitdiepen”, vindt ze. “En hopelijk is de instelling over een aantal jaar nog bekender in
+
[[Heijden I. van der | Ilse van der Heijden ]] Als E.H.M. (Ilse) van der Heijden (*1986), studente technische natuurkunde, de keuze moet maken tussen verleden, heden of toekomst kiest ze voor het heden. “Maar altijd met een blik naar de toekomst. Ik geloof dat je moet doen wat je nu leuk vindt, maar je moet daarbij wel naar de consequenties ervan kijken.” Ilse komt uit Eindhoven en staat aan het begin van een hopelijk lange carrière in de technische natuurkunde. In september 2005 startte ze met die opleiding aan de TU/e. Het was een weloverwogen keuze. Maar Van der Heijden is iemand die nooit stil zit en ze heeft nog veel meer plannen. “Het zal mij niets verbazen als dit niet mijn laatste studie is. Ik hou ervan om creatief bezig te zijn en zou dat ook in mijn werk willen stoppen. Dus wie weet doe ik nog wel een andere opleiding in die richting.” De studente ziet de TU/e als een van de middelpunten van kennisstad Eindhoven. “Die rol zou de Universiteit in de toekomst nog meer moeten uitdiepen”, vindt ze. “En hopelijk is de instelling over een aantal jaar nog bekender in
Europa. Het is een prima universiteit die het verdient nóg groter te worden.” Waar ziet Van der Heijden zichzelf over pak ’m beet tien jaar? “Ik wil zoveel mogelijk van de wereld zien, hoef niet zonodig in Nederland te blijven. Ik zie mezelf wel terechtkomen in een internationaal bedrijf waarbij ik in het buitenland ga wonen. Ik zal altijd op zoek zijn naar uitdagingen en nieuwe dingen, ik vind het niets om mijn hele leven met één ding bezig te zijn. En als ik wat ouder ben, dan maak ik mijn droom misschien nog wel waar: een pensionnetje beginnen in een mooi zuidelijk land. Iets van jezelf hebben, dat lijkt me heerlijk.”
Europa. Het is een prima universiteit die het verdient nóg groter te worden.” Waar ziet Van der Heijden zichzelf over pak ’m beet tien jaar? “Ik wil zoveel mogelijk van de wereld zien, hoef niet zonodig in Nederland te blijven. Ik zie mezelf wel terechtkomen in een internationaal bedrijf waarbij ik in het buitenland ga wonen. Ik zal altijd op zoek zijn naar uitdagingen en nieuwe dingen, ik vind het niets om mijn hele leven met één ding bezig te zijn. En als ik wat ouder ben, dan maak ik mijn droom misschien nog wel waar: een pensionnetje beginnen in een mooi zuidelijk land. Iets van jezelf hebben, dat lijkt me heerlijk.”
-
'''Ruben Tip'''
+
=== Ruben Tip ===
 +
----
Geen clustering van studies door de drie samenwerkende TU’s, niet nog meer studies erbij, niet de zwaarte van de studie aanpassen en zeker niet de studievoorwaarden strenger maken. R.P. (Ruben) Tip (*1988), student werktuigbouwkunde uit Eindhoven heeft een duidelijke mening. Over waar het technisch wetenschappelijk onderwijs naartoe moet, over de ontwikkelingen in zijn vakgebied en over waar hij zelf zal zijn over tien jaar. “Dan heb ik een mooie baan met deze studie als goede basis, plezier in mijn werk, prettige collega’s en huisje-boompje-beestje. Want dat hoort er toch ook bij.” Bij de faculteit Werktuigbouwkunde heeft Tip het prima naar zijn zin. Dat ‘zijn’ universiteit samenwerkt met de twee andere technische universiteiten van Nederland vindt hij een goede ontwikkeling. “Maar ik hoop wel dat de universiteiten allemaal hun eigen kerndivisies blijven houden in de toekomst. Het zou zonde zijn als studies geclusterd worden en op bepaalde universiteiten verdwijnen.” Zelf wil Tip straks aan de slag gaan in een groot bedrijf, op termijn wellicht als leidinggevende. “Ik wil voor mezelf eerst een stabiele basis vormen in mijn werk en dan leiding gaan geven. Ik vind dat er nu teveel mensen zijn in leidinggevende functies die beslissingen nemen zonder dat ze een goede technische basis hebben.” De werktuigbouwkundige zal volgens de student altijd blijven bestaan. “Naar bijna alles wat we in het dagelijks leven gebruiken, heeft ooit een werktuigbouwer gekeken. We zullen altijd nodig blijven. Dat maakt dit vak ook zo mooi: dat wat je maakt is tastbaar, zichtbaar. En je kunt je kennis zo letterlijk in praktijk brengen.”
Geen clustering van studies door de drie samenwerkende TU’s, niet nog meer studies erbij, niet de zwaarte van de studie aanpassen en zeker niet de studievoorwaarden strenger maken. R.P. (Ruben) Tip (*1988), student werktuigbouwkunde uit Eindhoven heeft een duidelijke mening. Over waar het technisch wetenschappelijk onderwijs naartoe moet, over de ontwikkelingen in zijn vakgebied en over waar hij zelf zal zijn over tien jaar. “Dan heb ik een mooie baan met deze studie als goede basis, plezier in mijn werk, prettige collega’s en huisje-boompje-beestje. Want dat hoort er toch ook bij.” Bij de faculteit Werktuigbouwkunde heeft Tip het prima naar zijn zin. Dat ‘zijn’ universiteit samenwerkt met de twee andere technische universiteiten van Nederland vindt hij een goede ontwikkeling. “Maar ik hoop wel dat de universiteiten allemaal hun eigen kerndivisies blijven houden in de toekomst. Het zou zonde zijn als studies geclusterd worden en op bepaalde universiteiten verdwijnen.” Zelf wil Tip straks aan de slag gaan in een groot bedrijf, op termijn wellicht als leidinggevende. “Ik wil voor mezelf eerst een stabiele basis vormen in mijn werk en dan leiding gaan geven. Ik vind dat er nu teveel mensen zijn in leidinggevende functies die beslissingen nemen zonder dat ze een goede technische basis hebben.” De werktuigbouwkundige zal volgens de student altijd blijven bestaan. “Naar bijna alles wat we in het dagelijks leven gebruiken, heeft ooit een werktuigbouwer gekeken. We zullen altijd nodig blijven. Dat maakt dit vak ook zo mooi: dat wat je maakt is tastbaar, zichtbaar. En je kunt je kennis zo letterlijk in praktijk brengen.”
-
'''Marlous Theunissen'''
+
=== Marlous Theunissen ===
 +
----
Eigenlijk wilde ze geneeskunde gaan studeren omdat ze het leuk vindt om mensen te helpen. Maar vanwege de kans op uitloting had ze een tweede keus achter de hand: technische wiskunde aan de TU/e. Daarbij besloot ze ook de mogelijkheid voor een dubbele propedeuse te benutten en koos ze naast wiskunde voor technische informatica. Inmiddels studeert M.L.M. (Marlous) Theunissen (*1988) uit Asten fulltime technische informatica. “Die studie bleek zo leuk dat ik er nu helemaal voor ga. Ik zie daar ook mijn toekomst in, geneeskunde is van de baan.” Over tien jaar? “Dan ben ik afgestudeerd en werk ik bij een bedrijf, Océ bijvoorbeeld. Misschien ga ik na een paar jaar werkervaring dan wel in het buitenland werken; dat lijkt me leuk. Daarnaast hoop ik dan ook een leuke partner te hebben.” Het motto van Theunissen is ‘pluk de dag’. “Je moet niet te lang stilstaan bij het verleden; dat is geweest. Waar het om draait is het heden, de dingen waar je mee bezig bent. Wat de toekomst brengt, dat zie ik wel.” De toekomst van de TU/e ziet de studente zonnig in. “Ik denk dat de Universiteit steeds internationaler zal worden. Volgens mij zullen er meer buitenlandse studenten komen en misschien worden de bacheloropleidingen op den duur wel in het Engels gegeven. Dat zie je nu al bij de mastersopleiding, waar veel buitenlandse studenten zitten. Ik denk dat dat een belangrijke ontwikkeling zal zijn de komende tijd.” Zelf pikt Theunissen het nodige mee van die internationale kant van de TU/e. “Ik wil graag mijn Engels verbeteren en mijn culturele kennis van andere landen bijschaven. Ik probeer dan ook deel te nemen aan zoveel mogelijk activiteiten die daarmee te maken hebben. Dat is goed voor mijn ontwikkeling en ik kan het later gebruiken in mijn werk.”
Eigenlijk wilde ze geneeskunde gaan studeren omdat ze het leuk vindt om mensen te helpen. Maar vanwege de kans op uitloting had ze een tweede keus achter de hand: technische wiskunde aan de TU/e. Daarbij besloot ze ook de mogelijkheid voor een dubbele propedeuse te benutten en koos ze naast wiskunde voor technische informatica. Inmiddels studeert M.L.M. (Marlous) Theunissen (*1988) uit Asten fulltime technische informatica. “Die studie bleek zo leuk dat ik er nu helemaal voor ga. Ik zie daar ook mijn toekomst in, geneeskunde is van de baan.” Over tien jaar? “Dan ben ik afgestudeerd en werk ik bij een bedrijf, Océ bijvoorbeeld. Misschien ga ik na een paar jaar werkervaring dan wel in het buitenland werken; dat lijkt me leuk. Daarnaast hoop ik dan ook een leuke partner te hebben.” Het motto van Theunissen is ‘pluk de dag’. “Je moet niet te lang stilstaan bij het verleden; dat is geweest. Waar het om draait is het heden, de dingen waar je mee bezig bent. Wat de toekomst brengt, dat zie ik wel.” De toekomst van de TU/e ziet de studente zonnig in. “Ik denk dat de Universiteit steeds internationaler zal worden. Volgens mij zullen er meer buitenlandse studenten komen en misschien worden de bacheloropleidingen op den duur wel in het Engels gegeven. Dat zie je nu al bij de mastersopleiding, waar veel buitenlandse studenten zitten. Ik denk dat dat een belangrijke ontwikkeling zal zijn de komende tijd.” Zelf pikt Theunissen het nodige mee van die internationale kant van de TU/e. “Ik wil graag mijn Engels verbeteren en mijn culturele kennis van andere landen bijschaven. Ik probeer dan ook deel te nemen aan zoveel mogelijk activiteiten die daarmee te maken hebben. Dat is goed voor mijn ontwikkeling en ik kan het later gebruiken in mijn werk.”
-
'''Matthijs Kwak'''
+
=== Matthijs Kwak ===
 +
----
-
Voor een technische studie kiezen, dat heeft te maken met hoe je in elkaar zit, aldus M. (Matthijs) Kwak (*1987) uit Eindhoven, student aan de faculteit Industrial Design van de TU/e. Een van zijn wensen voor de toekomst is dat er meer mensen aan de slag gaan met techniek en er hun werk van maken. Maar dat is moeilijk denkt hij. “En toch is dat raar. Techniek is overal en dat zal over honderd jaar nog steeds zo zijn. Het is belangrijk dat techniek steeds zichtbaarder wordt in de maatschappij. Kijk naar de '''Phileas''' bijvoorbeeld, de bus die nu in Eindhoven rijdt en die straks zonder chauffeur zal moeten gaan werken. Dat is een technisch hoogstandje dat iedereen ziet. Dat zal in de toekomst misschien meer leerlingen ertoe bewegen voor techniek te kiezen.” Zelf koos Kwak voor industrial design, aan de TU/e de jongste opleiding. “Ik hou van creativiteit, techniek en teamwork. Na een bezoek aan de open dag hier dacht ik: dit is het! Het past helemaal bij me.” Een eigen bedrijf beginnen is zijn grootste toekomstwens. “Heel graag zou ik dat in het buitenland doen. Italië bijvoorbeeld, dat is helemaal te gek. Maar ik ga kijken naar de mogelijkheden. Als er straks meer werk blijkt te zijn in Nederland, dan kies ik daarvoor.” Wat betreft de komende ontwikkelingen in zijn vakgebied denkt Matthijs dat gebruiksvriendelijkheid en vormgeving een steeds grotere rol zullen gaan spelen. “Heel veel producten die nu op de markt zijn, zijn veel te ingewikkeld in het gebruik. Denk aan een videorecorder waar je eerst twintig pagina’s gebruiksaanwijzing voor moet doorspitten. De producten die we maken moeten functioneel zijn. We moeten niet bang zijn functionaliteiten toe te voegen of juist weg te laten.”
+
Voor een technische studie kiezen, dat heeft te maken met hoe je in elkaar zit, aldus M. (Matthijs) Kwak (*1987) uit Eindhoven, student aan de faculteit Industrial Design van de TU/e. Een van zijn wensen voor de toekomst is dat er meer mensen aan de slag gaan met techniek en er hun werk van maken. Maar dat is moeilijk denkt hij. “En toch is dat raar. Techniek is overal en dat zal over honderd jaar nog steeds zo zijn. Het is belangrijk dat techniek steeds zichtbaarder wordt in de maatschappij. Kijk naar de [[Phileas]] bijvoorbeeld, de bus die nu in Eindhoven rijdt en die straks zonder chauffeur zal moeten gaan werken. Dat is een technisch hoogstandje dat iedereen ziet. Dat zal in de toekomst misschien meer leerlingen ertoe bewegen voor techniek te kiezen.” Zelf koos Kwak voor industrial design, aan de TU/e de jongste opleiding. “Ik hou van creativiteit, techniek en teamwork. Na een bezoek aan de [[open dag]] hier dacht ik: dit is het! Het past helemaal bij me.” Een eigen bedrijf beginnen is zijn grootste toekomstwens. “Heel graag zou ik dat in het buitenland doen. Italië bijvoorbeeld, dat is helemaal te gek. Maar ik ga kijken naar de mogelijkheden. Als er straks meer werk blijkt te zijn in Nederland, dan kies ik daarvoor.” Wat betreft de komende ontwikkelingen in zijn vakgebied denkt Matthijs dat gebruiksvriendelijkheid en vormgeving een steeds grotere rol zullen gaan spelen. “Heel veel producten die nu op de markt zijn, zijn veel te ingewikkeld in het gebruik. Denk aan een videorecorder waar je eerst twintig pagina’s gebruiksaanwijzing voor moet doorspitten. De producten die we maken moeten functioneel zijn. We moeten niet bang zijn functionaliteiten toe te voegen of juist weg te laten.”
-
'''Jaco Prins'''
+
=== Jaco Prins ===
 +
----
Jaco ziet zichzelf later werken als uitvoerder bij een groot bouwbedrijf. Maar zijn studiebegeleiders zien zijn toekomst op dit moment meer in de architectuur. J.C. (Jaco) Prins (*1987), student bouwkunde aan de TU/e heeft dus nog een keuze te maken. Maar dat het iets in de bouwkunde wordt, dat is zeker. Zijn studie is zijn hobby geworden, zegt hij. En dat vindt hij mooi. Prins heeft geen ‘zachte g’, in tegenstelling tot de meerderheid van de TU/e-studenten. Hij komt oorspronkelijk uit Zwolle, maar koos bewust voor de Eindhovense universiteit. “Omdat Delft meer op prestige gericht is en hier de Brabantse gezelligheid heerst.” Maar Prins is een van de weinigen uit het noorden die die keuze maakte. Daarin ziet hij ook nog wel werk voor de TU/e, voor de toekomst. “Ik was de enige van mijn eindexamenklas die naar Eindhoven ging. De TU/e heeft nog te weinig bereikt in het noorden en dat is jammer. Ik heb alles zelf moeten ontdekken. Veel mensen weten niet eens dat er in Eindhoven ook een technische universiteit is. De TU/e moet zich meer profileren en in de rest van Nederland en in het buitenland werken aan haar imago. Daar heeft ze recht op. Bovendien: iedereen weet het, de Randstad slibt dicht. Het centrum van Nederland wordt steeds groter en Eindhoven wordt daarin belangrijker. Hier ontstaat veel. Het is de Big City van de toekomst.”
Jaco ziet zichzelf later werken als uitvoerder bij een groot bouwbedrijf. Maar zijn studiebegeleiders zien zijn toekomst op dit moment meer in de architectuur. J.C. (Jaco) Prins (*1987), student bouwkunde aan de TU/e heeft dus nog een keuze te maken. Maar dat het iets in de bouwkunde wordt, dat is zeker. Zijn studie is zijn hobby geworden, zegt hij. En dat vindt hij mooi. Prins heeft geen ‘zachte g’, in tegenstelling tot de meerderheid van de TU/e-studenten. Hij komt oorspronkelijk uit Zwolle, maar koos bewust voor de Eindhovense universiteit. “Omdat Delft meer op prestige gericht is en hier de Brabantse gezelligheid heerst.” Maar Prins is een van de weinigen uit het noorden die die keuze maakte. Daarin ziet hij ook nog wel werk voor de TU/e, voor de toekomst. “Ik was de enige van mijn eindexamenklas die naar Eindhoven ging. De TU/e heeft nog te weinig bereikt in het noorden en dat is jammer. Ik heb alles zelf moeten ontdekken. Veel mensen weten niet eens dat er in Eindhoven ook een technische universiteit is. De TU/e moet zich meer profileren en in de rest van Nederland en in het buitenland werken aan haar imago. Daar heeft ze recht op. Bovendien: iedereen weet het, de Randstad slibt dicht. Het centrum van Nederland wordt steeds groter en Eindhoven wordt daarin belangrijker. Hier ontstaat veel. Het is de Big City van de toekomst.”
 +
 +
[[Category:Index A-Z]] [[Category:T]] [[Category:Varia]] [[Category:T-Bronvermelding]]

Huidige versie per 31 jul 2019 07:48

Een vijftigjarige universiteit heeft veel om op terug te kijken. Maar de generatie studenten die in het lustrumjaar 2005- 2006 met hun studie is begonnen, kijkt juist vol verwachting vooruit. Plannen en verwachtingen, hopes and dreams. Hoe zien zij hun toekomst, die van hun vakgebied en van de Universiteit? Over dromen, Big City en het belang van een stabiele basis.

Ilse van der Heijden Als E.H.M. (Ilse) van der Heijden (*1986), studente technische natuurkunde, de keuze moet maken tussen verleden, heden of toekomst kiest ze voor het heden. “Maar altijd met een blik naar de toekomst. Ik geloof dat je moet doen wat je nu leuk vindt, maar je moet daarbij wel naar de consequenties ervan kijken.” Ilse komt uit Eindhoven en staat aan het begin van een hopelijk lange carrière in de technische natuurkunde. In september 2005 startte ze met die opleiding aan de TU/e. Het was een weloverwogen keuze. Maar Van der Heijden is iemand die nooit stil zit en ze heeft nog veel meer plannen. “Het zal mij niets verbazen als dit niet mijn laatste studie is. Ik hou ervan om creatief bezig te zijn en zou dat ook in mijn werk willen stoppen. Dus wie weet doe ik nog wel een andere opleiding in die richting.” De studente ziet de TU/e als een van de middelpunten van kennisstad Eindhoven. “Die rol zou de Universiteit in de toekomst nog meer moeten uitdiepen”, vindt ze. “En hopelijk is de instelling over een aantal jaar nog bekender in

Europa. Het is een prima universiteit die het verdient nóg groter te worden.” Waar ziet Van der Heijden zichzelf over pak ’m beet tien jaar? “Ik wil zoveel mogelijk van de wereld zien, hoef niet zonodig in Nederland te blijven. Ik zie mezelf wel terechtkomen in een internationaal bedrijf waarbij ik in het buitenland ga wonen. Ik zal altijd op zoek zijn naar uitdagingen en nieuwe dingen, ik vind het niets om mijn hele leven met één ding bezig te zijn. En als ik wat ouder ben, dan maak ik mijn droom misschien nog wel waar: een pensionnetje beginnen in een mooi zuidelijk land. Iets van jezelf hebben, dat lijkt me heerlijk.”

Inhoud

Ruben Tip


Geen clustering van studies door de drie samenwerkende TU’s, niet nog meer studies erbij, niet de zwaarte van de studie aanpassen en zeker niet de studievoorwaarden strenger maken. R.P. (Ruben) Tip (*1988), student werktuigbouwkunde uit Eindhoven heeft een duidelijke mening. Over waar het technisch wetenschappelijk onderwijs naartoe moet, over de ontwikkelingen in zijn vakgebied en over waar hij zelf zal zijn over tien jaar. “Dan heb ik een mooie baan met deze studie als goede basis, plezier in mijn werk, prettige collega’s en huisje-boompje-beestje. Want dat hoort er toch ook bij.” Bij de faculteit Werktuigbouwkunde heeft Tip het prima naar zijn zin. Dat ‘zijn’ universiteit samenwerkt met de twee andere technische universiteiten van Nederland vindt hij een goede ontwikkeling. “Maar ik hoop wel dat de universiteiten allemaal hun eigen kerndivisies blijven houden in de toekomst. Het zou zonde zijn als studies geclusterd worden en op bepaalde universiteiten verdwijnen.” Zelf wil Tip straks aan de slag gaan in een groot bedrijf, op termijn wellicht als leidinggevende. “Ik wil voor mezelf eerst een stabiele basis vormen in mijn werk en dan leiding gaan geven. Ik vind dat er nu teveel mensen zijn in leidinggevende functies die beslissingen nemen zonder dat ze een goede technische basis hebben.” De werktuigbouwkundige zal volgens de student altijd blijven bestaan. “Naar bijna alles wat we in het dagelijks leven gebruiken, heeft ooit een werktuigbouwer gekeken. We zullen altijd nodig blijven. Dat maakt dit vak ook zo mooi: dat wat je maakt is tastbaar, zichtbaar. En je kunt je kennis zo letterlijk in praktijk brengen.”

Marlous Theunissen


Eigenlijk wilde ze geneeskunde gaan studeren omdat ze het leuk vindt om mensen te helpen. Maar vanwege de kans op uitloting had ze een tweede keus achter de hand: technische wiskunde aan de TU/e. Daarbij besloot ze ook de mogelijkheid voor een dubbele propedeuse te benutten en koos ze naast wiskunde voor technische informatica. Inmiddels studeert M.L.M. (Marlous) Theunissen (*1988) uit Asten fulltime technische informatica. “Die studie bleek zo leuk dat ik er nu helemaal voor ga. Ik zie daar ook mijn toekomst in, geneeskunde is van de baan.” Over tien jaar? “Dan ben ik afgestudeerd en werk ik bij een bedrijf, Océ bijvoorbeeld. Misschien ga ik na een paar jaar werkervaring dan wel in het buitenland werken; dat lijkt me leuk. Daarnaast hoop ik dan ook een leuke partner te hebben.” Het motto van Theunissen is ‘pluk de dag’. “Je moet niet te lang stilstaan bij het verleden; dat is geweest. Waar het om draait is het heden, de dingen waar je mee bezig bent. Wat de toekomst brengt, dat zie ik wel.” De toekomst van de TU/e ziet de studente zonnig in. “Ik denk dat de Universiteit steeds internationaler zal worden. Volgens mij zullen er meer buitenlandse studenten komen en misschien worden de bacheloropleidingen op den duur wel in het Engels gegeven. Dat zie je nu al bij de mastersopleiding, waar veel buitenlandse studenten zitten. Ik denk dat dat een belangrijke ontwikkeling zal zijn de komende tijd.” Zelf pikt Theunissen het nodige mee van die internationale kant van de TU/e. “Ik wil graag mijn Engels verbeteren en mijn culturele kennis van andere landen bijschaven. Ik probeer dan ook deel te nemen aan zoveel mogelijk activiteiten die daarmee te maken hebben. Dat is goed voor mijn ontwikkeling en ik kan het later gebruiken in mijn werk.”

Matthijs Kwak


Voor een technische studie kiezen, dat heeft te maken met hoe je in elkaar zit, aldus M. (Matthijs) Kwak (*1987) uit Eindhoven, student aan de faculteit Industrial Design van de TU/e. Een van zijn wensen voor de toekomst is dat er meer mensen aan de slag gaan met techniek en er hun werk van maken. Maar dat is moeilijk denkt hij. “En toch is dat raar. Techniek is overal en dat zal over honderd jaar nog steeds zo zijn. Het is belangrijk dat techniek steeds zichtbaarder wordt in de maatschappij. Kijk naar de Phileas bijvoorbeeld, de bus die nu in Eindhoven rijdt en die straks zonder chauffeur zal moeten gaan werken. Dat is een technisch hoogstandje dat iedereen ziet. Dat zal in de toekomst misschien meer leerlingen ertoe bewegen voor techniek te kiezen.” Zelf koos Kwak voor industrial design, aan de TU/e de jongste opleiding. “Ik hou van creativiteit, techniek en teamwork. Na een bezoek aan de open dag hier dacht ik: dit is het! Het past helemaal bij me.” Een eigen bedrijf beginnen is zijn grootste toekomstwens. “Heel graag zou ik dat in het buitenland doen. Italië bijvoorbeeld, dat is helemaal te gek. Maar ik ga kijken naar de mogelijkheden. Als er straks meer werk blijkt te zijn in Nederland, dan kies ik daarvoor.” Wat betreft de komende ontwikkelingen in zijn vakgebied denkt Matthijs dat gebruiksvriendelijkheid en vormgeving een steeds grotere rol zullen gaan spelen. “Heel veel producten die nu op de markt zijn, zijn veel te ingewikkeld in het gebruik. Denk aan een videorecorder waar je eerst twintig pagina’s gebruiksaanwijzing voor moet doorspitten. De producten die we maken moeten functioneel zijn. We moeten niet bang zijn functionaliteiten toe te voegen of juist weg te laten.”

Jaco Prins


Jaco ziet zichzelf later werken als uitvoerder bij een groot bouwbedrijf. Maar zijn studiebegeleiders zien zijn toekomst op dit moment meer in de architectuur. J.C. (Jaco) Prins (*1987), student bouwkunde aan de TU/e heeft dus nog een keuze te maken. Maar dat het iets in de bouwkunde wordt, dat is zeker. Zijn studie is zijn hobby geworden, zegt hij. En dat vindt hij mooi. Prins heeft geen ‘zachte g’, in tegenstelling tot de meerderheid van de TU/e-studenten. Hij komt oorspronkelijk uit Zwolle, maar koos bewust voor de Eindhovense universiteit. “Omdat Delft meer op prestige gericht is en hier de Brabantse gezelligheid heerst.” Maar Prins is een van de weinigen uit het noorden die die keuze maakte. Daarin ziet hij ook nog wel werk voor de TU/e, voor de toekomst. “Ik was de enige van mijn eindexamenklas die naar Eindhoven ging. De TU/e heeft nog te weinig bereikt in het noorden en dat is jammer. Ik heb alles zelf moeten ontdekken. Veel mensen weten niet eens dat er in Eindhoven ook een technische universiteit is. De TU/e moet zich meer profileren en in de rest van Nederland en in het buitenland werken aan haar imago. Daar heeft ze recht op. Bovendien: iedereen weet het, de Randstad slibt dicht. Het centrum van Nederland wordt steeds groter en Eindhoven wordt daarin belangrijker. Hier ontstaat veel. Het is de Big City van de toekomst.”