Persoonlijke instellingen

Studentensport

Uit Tuencyclopedie

Share/Save/Bookmark
(Verschil tussen bewerkingen)
(Studentensport)
Regel 1: Regel 1:
-
== Studentensport ==
 
-
 
Sinds jaar en dag scoren de sportvoorzieningen aan de TU/e hoog in de tevredenheidsonderzoeken die onder studenten worden uitgevoerd. Landelijk eindigt de Universiteit steevast in de top. In de loop der jaren groeide het aantal studentensportverenigingen uit tot het respectabele aantal van achtendertig. Bekende sporters als de volleyballer Rob Grabert, de roeier Dirk Lippits en de atleet Harry Schulting werkten zich ooit in het Studentensportcentrum in het zweet. En ook de voetballers van PSV en zwemmers als Pieter van den Hoogenband maken in de stille uurtjes wel eens gebruik van de faciliteiten. Hoe is het allemaal begonnen?  
Sinds jaar en dag scoren de sportvoorzieningen aan de TU/e hoog in de tevredenheidsonderzoeken die onder studenten worden uitgevoerd. Landelijk eindigt de Universiteit steevast in de top. In de loop der jaren groeide het aantal studentensportverenigingen uit tot het respectabele aantal van achtendertig. Bekende sporters als de volleyballer Rob Grabert, de roeier Dirk Lippits en de atleet Harry Schulting werkten zich ooit in het Studentensportcentrum in het zweet. En ook de voetballers van PSV en zwemmers als Pieter van den Hoogenband maken in de stille uurtjes wel eens gebruik van de faciliteiten. Hoe is het allemaal begonnen?  

Versie op 3 mrt 2011 12:37

Sinds jaar en dag scoren de sportvoorzieningen aan de TU/e hoog in de tevredenheidsonderzoeken die onder studenten worden uitgevoerd. Landelijk eindigt de Universiteit steevast in de top. In de loop der jaren groeide het aantal studentensportverenigingen uit tot het respectabele aantal van achtendertig. Bekende sporters als de volleyballer Rob Grabert, de roeier Dirk Lippits en de atleet Harry Schulting werkten zich ooit in het Studentensportcentrum in het zweet. En ook de voetballers van PSV en zwemmers als Pieter van den Hoogenband maken in de stille uurtjes wel eens gebruik van de faciliteiten. Hoe is het allemaal begonnen?

Inhoud

Hajraa volleybal


Met de komst van de eerste studenten in 1957 ontstond de behoefte aan specifieke sportvoorzieningen voor studenten. Enkele actieve leden van het Eindhovens Studenten Corps (ESC) namen het initiatief voor een eerste sportvereniging. Studenten Frans Blom, Jan Delahaye, Hennie Schüssel en Bob Smit gaven de Eindhovense Studenten Corps Volleybal Vereniging (ESCVV) gestalte en daarmee werd de eerste studentensportvereniging een feit. Vrijwel meteen gingen twee teams aan de competitie van de Nederlandse Volleybal Bond deelnemen. Sportleraar M.J.J. (Jacques) van den Bosch, die een deeltijdbaan had bij de THE, werd een van de trainers. Onder leiding van sportleraar en volleybaltrainer Iwan Garay groeide de volleybalvereniging verder uit. Indirect was Garay ervoor verantwoordelijk dat aan de naam ESCVV ‘Hajraa’ werd toegevoegd. Tijdens een wedstrijd moedigde Iwans vader, die uit Hongarije afkomstig was, de ploeg aan met een Hongaarse kreet ‘Huj Huj Hajraa’. Dat maakte zoveel indruk op de volleyballende studenten dat in 1959 de naamswijziging definitief werd. Hajraa ontkoppelde zich in 1973 van het ESC om als zelfstandige volleybalvereniging verder te gaan. Naast roeivereniging Thêta groeide Hajraa uit tot de meest spraakmakende Eindhovense studentensportvereniging. Het jaarlijkse buitenvolleybaltoernooi, dat in 1977 voor het eerst plaatsvond, is verreweg het grootste Europese evenement in zijn soort.

Sportlessen


Intussen was de THE onder leiding van hoofdsportleider Van den Bosch begonnen met het geven van sportlessen in sportaccommodaties, verspreid over de stad. Om de sportbeoefening onder de studenten te stimuleren, kwamen Delftse studenten in 1958 een aantal demonstraties verzorgen, waaronder schermen, judo, jiu-jitsu, basketball en zwemmen. Vooral het zwemmen sloeg aan en werd meteen opgenomen in het bescheiden sportprogramma. Het aantal deelnemers aan het sportprogramma in het volgende collegejaar stemde hoopvol voor de toekomst en op 8 januari 1959 werd het eerste programma van eisen voor een eigen sportaccommodatie besproken. Naast Van den Bosch en Garay werd het team sportleiders uitgebreid met H. (Hans) Spermon, Maitre C.J. (Cees) van Dijk, L. (Leon) Verburgt en W. (Willy) Vermeulen.

Sectie Sport


In het collegejaar 1959-1960 verscheen de eerste sportfolder van de Sectie Sport van de Stichting Studentenvoorzieningen Eindhoven (SSE). De doelstelling van deze sectie, die in 1956 werd opgericht, was alle studenten zo ruim mogelijk gelegenheid te bieden tot sportbeoefening tegen een minimale vergoeding. Naast een vertegenwoordiging van de Raad van Beheer van de SSE, twee hoogleraren en enige enthousiaste burgers hadden studenten zitting in deze sectie, terwijl Van den Bosch als adviseur was toegevoegd. Het bestuur in het studiejaar 1958/1959 bestond uit voorzitter ir. W.F. Limborch van der Meersch, secretaris mr. E.J. de Vries, adviserend lid Th. van Eupen en de leden ir. B. van Wijk, Chr. Gooskens, prof.dr J.J. Seidel en de studentleden H.G.W.M. Wouters van de Oudenweyer, H.P. Schüssel en J.M. Smit. In de lange geschiedenis van de Eindhovense studentensport speelden ook sportstimulatoren als prof.dr. J.H. van Lint, mr. G.W. Lampe, ir. W.J.M. Senden, prof.dr.ir. F. Schurer, W.M.J.M. van der Sommen en J.F.M. de Mooij een belangrijke rol.

ESSF


In 1962 schaarden de bestaande studentensportverenigingen zich onder de paraplu van de Eindhovense Studenten Sport Federatie (ESSF). Initiatiefnemers waren Hajraa-voorzitter Jos Peijnenburg en Tachosvoorzitter Herman Dorgelo, die de eerste voorzitter van de ESSF werd. Tegenwoordig zijn maar liefst achtendertig studentensportverenigingen bij de ESSF aangesloten: All Terrain (outdoor sports), Asklepia (jeu de boules), Asterix (atletiek), Attila (korfbal), Avalanche Boarders (snowboarden), Blub (duiken), Boreas (zeilen), Concorde (paardrijden), Da Vinci (handboogschieten), De Club (golfen), Don Quishoot (hockey), Dynamos (fitness), ESAC (alpinisme), Fellenoord (tennis), Hajraa (volleybal), Hoc Habet (schermen), Icehawks (ijshockey), Impulsão (capoeira), Ilyeo (teakwondo), Isis (schaatsen), Nayade (zwemmen en waterpolo), Okawa (kanoën), Oktopus (handbal), Panache (badminton), Pusphaira (voetbal), Quatsh (squash), Samourais (budo), Squadra Veloce (triathlon), Suca (turnen), Tamar (volleybal), Tantalus (basketball), Taveres (tafeltennis), The Elephants (rugby), The Studs (honkbal), Thêta (roeien), Totelos (zaalvoetbal), Weth (windsurfen en kitesurfen) en ZES (zweefvliegen).

Roeien


Met de geboorte van de Eindhovense Studenten Roei Vereniging Tachos in september 1960 kreeg het roeien zijn eerste impuls. Vier ‘roeibakken’, in eigen beheer vervaardigd, kregen een ligplaats in de Karpendonkse Plas en verschaften de eerste trainingsmogelijkheden. Onder de brug van het Beatrixkanaal, aan de Zeelsterstraat, kwam het eerste ‘botenhuis’. De roeiers kregen in 1974 de beschikking over een roeiloods aan het Eindhovens Kanaal. De verouderde accommodatie werd in 2004 verlaten en Thêta, in 1979 ontstaan uit een fusie tussen Tachos en Telamon, kon een prachtige nieuwe roeiaccommodatie in gebruik nemen.

Sportontmoetingen


Wie aan sport doet, wil zijn prestaties afmeten aan die van andere sporters. Een afvaardiging van zestig Eindhovense studenten nam in 1959 voor het eerst deel aan de Nederlandse Studenten Kampioenschappen (NSK). In de eindrangschikking nam de THE een bescheiden achtste plaats in. Later werden de Eindhovense Studenten Kampioenschappen een jaarlijks hoogtepunt in het sportprogramma. Er werden ook sportontmoetingen met de militairen van garnizoensplaats Eindhoven en met andere universiteiten georganiseerd. Een van de hoogtepunten was een meerdaagse sportontmoeting en bezoek aan de universiteit van Istanbul in 1978 en de return in Eindhoven in 1979. Eindhoven deed vanaf het tweede jaar mee aan de befaamde Batavierenrace, een ‘marathon’ tussen de universiteitssteden van Nijmegen en Enschede die in 1972 voor het eerst werd gehouden. Bij de eenendertigste editie wist het team van de TU/e beslag te leggen op de tweede plaats in het algemeen klassement en was het eerste bij de universiteiten.

Nederlandse Studenten Kampioenschappen


Op 13 mei 1961 organiseerde Eindhoven voor het eerst zelf een groot sportevenement: de Nederlandse Studenten Atletiek Kampioenschappen in het gemeentelijk sportpark aan de Aalsterweg. De eerste brede Nederlandse Studenten Kampioenschappen werden in 1968 in Eindhoven georganiseerd. De organisatie hiervan vergde heel wat van het talent van de organisatiecommissie, maar de klus werd tot volle tevredenheid geklaard. De Steentjeskerk (waarin tegenwoordig Museum Kempenland is gehuisvest) deed dienst als overnachtingsadres voor een groot aantal deelnemers. In het lustrumjaar 2006 ging de Universiteit Europees: ruim twaalfhonderd internationale studentensporters kwamen naar Eindhoven voor de Europese Studenten Kampioenschappen voetbal, volleybal, tennis en waterpolo.

Prestaties


Op de Eindhovense erelijst prijken een aantal belangrijke teamresultaten. Zo werd het mannenteam van Hajraa kampioen op de Grote Nederlandse Studenten Kampioenschappen (GNSK) in 2002 en 2003 en werd het team in 2002 derde tijdens de Europese Universiteit Kampioenschappen en tweede in 2003. De dames werden in 2005 derde op de Europese Studenten Kampioenschappen. De mannen van voetbalvereniging Pusphaira werden tijdens de GNSK kampioen in 2001, 2003, 2004 en 2005. Ook de voetballende dames werden in 2003 Nederlands studentenkampioen en derde tijdens de EUC. In 2001 en 2004 werd de TU/e eindwinnaar van het GNSK-toernooi.

Accommodatie


Het Eindhovens Dagblad repte op 30 juni 1962 over de aanleg van enkele sportvelden en de aanleg van een tunnel onder de rondweg. Men had goede hoop in 1963 met de bouw en aanleg te kunnen beginnen. Vrijwel meteen nadat de lokale krant de plannen voor het sportcomplex bekend maakte, ontstond er overigens al een geschil tussen de curatoren en de studenten. Het College van Curatoren wilde de uitsluitende zeggenschap over sport terwijl de studenten ook medezeggenschap wilden. Het geschil werd in der minne geschikt en de bekende architect Gerrit Rietveld, van het bureau Rietveld, Van Dillen en Van Tricht, zou de architect worden die het ontwerp maakte dat in mei 1967 gerealiseerd werd. De eerste paal voor het nieuwe sportcentrum werd op 23 juni 1965 door curator ir. Th.P. Tromp geslagen. Curator ir. H.B.J. Witte opende het complex op 31 mei 1967. De THE had vanaf toen de beschikking over een sporthal, een gymzaal, een dojo, een tafeltenniszaal, een veld van honderd bij honderd meter voor algemeen gebruik, een half verhard oefenveld en vijf tennisbanen. Een kantine, een EHBO-kamer, kleed- en doucheruimtes en kantoren completeerden het geheel.

Blaashal


Door de groei van het aantal studentensportverenigingen werden omstreeks 1973 de accommodaties te klein voor de expansiedrift. Opnieuw moesten er ruimtes en velden worden gehuurd en in 1973 kon er een zogenaamde blaashal worden aangeschaft. Deze werd op de parkeerplaats van het sportcentrum geplaatst en voorzag direct in de behoefte. Helaas werd de hal een aantal keren door vandalen en als gevolg van weersomstandigheden verwoest. Een en ander was aanleiding om in 1980 een tweede sporthal, twee squashbanen, een krachttrainingsruimte, een sauna, kleedruimtes en een nieuwe grotere kantine te bouwen. In 1996 volgde een derde sporthal, terwijl in 2001 het sportcomplex met een fraai zwembad werd gecompleteerd. In 1984 werd voor de training van de alpinisten een klimmuur gebouwd. Het tenniscomplex was intussen uitgebreid met een tennispaviljoen en een zesde baan (een geschenk van de Personeelsvereniging). Later werd het tenniscomplex nog eens met vijf tennisbanen uitgebreid en in 2006 kreeg het sportcentrum de beschikking over drie squashbanen en een nieuwe fitnessruimte.