Persoonlijke instellingen

Sonke J.J.

Uit Tuencyclopedie

Share/Save/Bookmark

Ir. J.J. (Jan Jaap) Sonke (*1945) begon in het roerige jaar 1969, na het behalen van zijn HTS-diploma werktuigbouwkunde en twee jaar vrijwilligerswerk in de Keniaanse koffie-industrie, met de studie bouwkunde. Hij was getrouwd en had twee kinderen, dus van het gewone studentenleven maakte hij niet veel mee. “Na een tijdje had ik geen geld meer en ben ik twee jaar fulltime gaan werken.” Toen hij daarna een beurs kon krijgen pakte hij de draad weer op. “Voor mijn afstudeeronderwerp kwam ik terecht bij een ontwerp van een missionaris, pater Meijer. Die had in Afrika bedacht dat een handgemaakte steen van klei met lego-achtige noppen goed in ontwikkelingslanden gefabriceerd zou kunnen worden. Er werd met steun van het ministerie van Ontwikkelingssamenwerking een project opgezet en men zocht een student die het ontwerp op haalbaarheid wilde bestuderen en eventueel verder ontwikkelen.” Sonke ging voortvarend aan het werk, begeleid door lector ir. M.E. Zwarts, prof.ir. P.C. Kreijger en wetenschappelijk medewerker ir. J. Westra. Toen hij in 1975 afstudeerde was de conclusie dat zo’n noppensteen weliswaar een aardig idee was, maar veel te academisch. “Het was een prima project om mijn hersens op te breken en ik heb er veel van geleerd, maar het was duidelijk dat die noppen in de praktijk helemaal niets toevoegden. De leemlaag die ze in Afrika gebruiken, was net zo efficiënt om stenen bij elkaar te houden.” Praktijkervaring kon Sonke meteen na zijn afstuderen opdoen, want hij had via een ontwikkelingsorganisatie het aanbod gekregen om in Malawi te komen werken. “Ik stapte uit het vliegtuig, snoof de lucht op en kuste de grond. Ik voelde me er meteen thuis.” Hij begon als building & business adviser in het voormalige Britse protectoraat waar twaalf miljoen mensen wonen en startte later zijn eigen architectenbureau.

Fluwelen revolutie


Sonke liet zich naturaliseren en raakte in 1993 betrokken bij de democratiseringsbeweging die met succes door een fluwelen revolutie een einde maakte aan het bewind van de toenmalige autocratische president. “Ik woonde in een squatters area en had enige bekendheid gekregen door mijn werk daar. Ik voelde meer voor een low profile, maar in 1999 vroegen ze of ik me kandidaat wilde stellen voor een parlementszetel.” Sonke werd gekozen en werd al snel benoemd tot onderminister van Financiën. ”Ik bond de strijd aan met de corruptie in het land en dat werd me niet in dank afgenomen door de nieuwe president. Uiteindelijk heeft hij me wegens mijn kritische houding uit de regering gezet.” Op dit moment is Sonke bezig om een herstart te maken, want nadat hij zijn zetel in de regering had verloren, werd zijn bedrijfje de nek omgedraaid. “Ik ben sinds twee jaar bezig mijn bedrijf dat zonneboilers maakt weer op poten te zetten. Die boilers heb ik speciaal voor Afrika ontwikkeld en ik heb er een patent op. Daarnaast ben ik begonnen met turn-key bouwprojecten. Ik ontwerp, begroot en bouw. Als toeleveringsproduct voor de bouw maak ik stalen ramen en een nieuw type dakpan, in feite een Hollandse dakpan van microbeton. De kennis daarvoor heb ik nog op de THE opgedaan. Een ingenieur moet altijd doorgaan met innoveren, vind ik.” Sonke kijkt met tevredenheid terug op zijn opleiding, ook al omschrijft hij de periode tussen 1969 en 1975 als chaotisch: “Ik had een HTS-achtergrond en wist precies wat ik wilde. Maar veel studenten die net van de middelbare school kwamen, konden die vrijheid niet aan en gingen de mist in. Ik koos heel gericht mijn vakken en kon als het ware mezelf vormen. Ik heb heel veel gehad aan vakken als constructief ontwerpen en afbouwtechnieken.”

Innovatie


Met ruim dertig jaar ervaring in een ontwikkelingsland ziet Sonke ook de negatieve kant van veel zogenaamde innovatieve technologie die in het Westen voor een Afrikaans land wordt bedacht. “Donorlanden hebben soms ideeën die desastreus uitpakken. De ondoordachte introductie van een nieuwe technologie kan een bestaande traditie helemaal de nek omdraaien, terwijl mensen achteraf geen geld blijken te hebben voor die nieuwe technologie.” Anno 2006 probeert Sonke, die woont in een zelfgebouwde bolwoning à la Piet Blom, een fabriek voor sloten op te zetten en hoopt hij de Nederlandse slotenproducent Lips te interesseren in een vestiging in Malawi. Druk heeft hij het altijd, maar hij ziet toch nog kans om van tijd tot tijd als correspondent op te treden voor de VPRO-radio.