Persoonlijke instellingen

Schouten J.F.

Uit Tuencyclopedie

Share/Save/Bookmark
Titel: Prof.dr. J.F. Schouten (midden) bij zijn afscheid van de TH Eindhoven Jaar: 1978 Foto: Archief TUE

Perceptio agitat mentem: de waarneming zet de geest in beweging. Met deze variant op het motto van de THE begon prof.dr. J.F. Schouten (*1910 - †1980) zijn intreerede in 1958. Schouten studeerde in Utrecht natuurkunde bij prof. dr. L.S. Ornstein, bij wie hij ook promoveerde op het proefschrift Visueele meting van adaptatie en van wederzijdsche beinvloeding van netvlieselementen, een psychofysische studie over een centraal probleem bij het zien. In 1937 trad hij in dienst van het Philips Natuurkundig Laboratorium in Eindhoven, waar hij, in de woorden van zijn latere opvolger prof.dr. H. Bouma, een aantal creatieve publicaties schreef over de waarneming van complexe geluiden. Schoutens wetenschappelijke belangstelling beperkte zich niet tot zintuiglijke waarneming. Hij verdiepte zich ook in de cybernetica en in de informatietheorie van Shannon. In 1950 maakte hij de overstap naar de Philips Telecommunicatie Industrie in Hilversum.Van 1957 tot 1972 was hij de eerste directeur van het Instituut voor Perceptie Onderzoek (IPO), een publiekprivaat instituut waarin Philips Research en de THE samenwerkten. Op 7 augustus 1958 werd Schouten aan de THE benoemd tot hoogleraar in de perceptie- en informatieleer. Het IPO werd in 1958 geopend door Philips-president ir. P.F.S. Otten en president-curator prof.dr. J.E. de Quay: “Ir. Otten en prof. De Quay symboliseerden de samenwerking tussen de N.V. Philips en de TH door tezamen een elektronische speluitbeelding van de samenwerking tussen twee mensen tegen de grillen der natuur te spelen en succesvol tot een einde te brengen.” Schouten initieerde onderzoek naar het zien, het horen, naar de stuurkunde en naar het menselijk reageren en beslissen. Hij trok een staf aan die wortels had in heel uiteenlopende disciplines, van taalkunde tot fysica en van psychologie tot elektrotechniek. Onder leiding van Schouten groeide het IPO uit tot een internationaal vermaard instituut. Schouten was ook een van de motoren achter de oprichting van de afdeling der Bedrijfskunde. Na zijn terugtreden als directeur van het IPO zette hij zich vol energie in voor de bundeling van het onderzoek op biomedisch technisch gebied aan de THE in de bestuurscommissie Biomedische- en gezondheidstechniek. In 1966 was hij nauw betrokken bij de totstandkoming van permanente tentoonstellingen in het Evoluon. Hij was een voorstander van een thematische benadering, waarin de wisselwerking tussen wetenschap, techniek, industrie en maatschappij te zien was en zag niets in een tentoonstelling van industriële producten. In zijn afscheidscollege uit 1978 vergeleek hij de mens met een bio-mobiel. Schouten waarschuwde voor de gevaren van de moderne media: “Kan ons brein al die feiten en geruchten en roddels van de ganse wereld wel bevatten? Kunnen wij, met alle liefde en deernis die in ons is, wel waarlijk medeleven met alle vreugde en alle ellende die, vergaard in alle hoeken der aardbol, ons in onze huiskamer wordt voorgeschoteld? Het antwoord is doodgewoon: neen. De moderne massamedia, en daarin staat de televisie niet alleen, bewerkstelligen, naast een onbetwistbare geestelijke verruiming, ook een bedenkelijke geestelijke milieuvervuiling. Zijn wij namelijk lijfelijk aanwezig bij een calamiteit, dan steken wij de handen uit de mouw en doen iets. Maar in de huiskamer sluit het glazen venster ons van iedere activiteit uit.”

Titel: Onderszoeksruimte bij het IPO Jaar: ca. 1960 Foto: Archief TUE