Persoonlijke instellingen

Notebookproject

Uit Tuencyclopedie

Share/Save/Bookmark

In 1997 werd het startschot gegeven voor een project dat een stevig effect zou krijgen op het imago van de Universiteit, op de toepassing van informatie- en communicatietechnologie in het onderwijs en indirect ook op de inrichting van de gebouwen. In december van dat jaar vond de première plaats van wat bekend zou worden als het notebookproject. Eerstejaarsstudenten van de kersverse opleiding biomedische technologie (BMT) en van de opleiding scheikundige technologie (ST) kregen een laptop computer uitgereikt. Het eerste exemplaar was voor scheikundestudent Paul Hamelinck. Doel was om voortaan alle nieuwe studentengeneraties op gunstige voorwaarden een hoogwaardige computer ter beschikking te stellen voor gebruik tijdens de opleiding. De Universiteit financierde een deel van de kosten, studenten konden een deel van het geld tegen nul procent rente bij de Rabobank lenen en er werd een eigen bijdrage verlangd. Ieder jaar zou er voortaan een nieuw model worden geselecteerd en op grote schaal worden ingekocht.* Vanaf 1998 werd het een traditie om tijdens een massale sessie in het Auditorium de eerstejaarsstudenten van laptops te voorzien. Daarvoor was een universiteitsbrede logistieke operatie nodig. Wie vijftienhonderd computers in een paar uur tijd soepeltjes wil uitleveren, kan weinig aan het toeval overlaten.

Veranderingen


Het College van Bestuur besloot in 1997 na suggesties uit de faculteiten het project te beginnen om een kip-ei probleem op te lossen. Om het gebruik van moderne informatie- en communicatietechnologie door docenten (en studenten) in het onderwijs te stimuleren, is een level playing field nodig. Docenten gaan pas echt ict-hulpmiddelen inzetten wanneer ze weten dat alle studenten over dezelfde apparatuur beschikken. En omgekeerd: wanneer alle studenten, zo was het idee, over hoogwaardige laptops beschikken, zullen ze van docenten die nog geen gebruik maken van deze moderne hulpmiddelen min of meer eisen dat ze dat wel gaan doen. En zo geschiedde. Sinds 1997 worden de laptops gebruikt in de Ontwerpgericht Onderwijs-projecten. Het internetverkeer nam hand over hand toe, zodat er strengere regels geformuleerd moesten worden voor het gebruik van het netwerk en e-mail-etiquette. Faculteiten gingen hun eigen toepassingen ontwikkelen. Zo paste de faculteit Technische Natuurkunde het data acquisition and control system TU/e-DACS aan voor de laptop. Studenten konden aldus voor tal van experimenten metingen uitvoeren, waarbij een interface er voor zorgt dat de meetgegevens op de laptop worden opgeslagen.

Titel: Studenten aan het werk met notebooks Jaar: 2011 Foto: Bart van Overbeeke

Gebouwen wired


In 1970 hadden de architecten van de TU/e-gebouwen al blijk gegeven van een vooruitziende blik. ‘Zal bij het in zwang komen van nieuwe onderwijstechnieken en het in onbruik raken van hoorcolleges het Auditorium niet totaal veranderen?’ In het Auditorium en op andere plaatsen over de hele campus werd het inderdaad vanaf 1998 mogelijk om in te loggen op het TU/e-netwerk. Langzaam maar zeker werden centrale en decentrale computerzalen, waar desktops voor algemeen gebruik stonden opgesteld leger en leger. Aan het begin van de eenentwintigste eeuw werden draadloze netwerken aangelegd. In het studievoorlichtingsmateriaal werden laptoppende studenten vanaf 1998 nadrukkelijk in beeld gebracht. Zo heeft de introductie van de laptop het aanzien van de campus aanzienlijk beïnvloed.

Intel en Bill Gates


In mei 2000 maakte een Amerikaans filmteam in opdracht van Intel Corporation (producent van processoren) opnamen op de TU/e. Intel bereidde een wereldwijde campagne voor om mobiel computergebruik in het onderwijs te promoten. De campagne presenteerde een zestal onderwijsinstellingen die voorop liepen in het gebruik van laptops. De filmcrew bezocht vier Amerikaanse scholen en universiteiten en een universiteit in Mexico City. De TU/e werd gekozen als representant voor Europa. Van elke instelling werd een zogenaamde testimonial gemaakt van vijf minuten. Producer Kevin Fritz interviewde, ondersteund door een crew van zes mensen, een zevental studenten en medewerkers. Zij werden in een tijdelijke studio in het licht van de filmlampen aan de tand gevoeld over hun ervaringen met het gebruik van laptops. Ook werd op een aantal locaties op de campus het gebruik van de laptops in beeld gebracht, zoals in een van de onderwijslaboratoria van de faculteit Werktuigbouwkunde en bij de voorbereidingen voor de EUROBOT-wedstrijden in gebouw E-Hoog. Om duidelijk te maken dat het werken met een laptop niet aan tijd of plaats gebonden is, werden er in een studentenhuis aan de Boschdijk opnamen gemaakt. De Amerikanen bleken ook geboeid door fietsende studenten met hun laptop in de rugzak. In het najaar van 2000 startte de campagne en werden wereldwijd onderwijsinstellingen bestookt met de promotiefilmpjes. Het notebookproject had al eerder de aandacht getrokken van grote bedrijven in de ict-sector. Zo nam Bill Gates van Microsoft begin 1999 tijdens een Europese toernee in zijn presentatie een aantal powerpointsheets op over het notebookproject van de TU/e, als voorbeeld van onderwijsinnovatie. * Dat leidde in 2002 tot een probleem toen meer dan vierhonderd van de veertienhonderd geleverde Toshiba 6100 computers displaydefecten vertoonden. Het kwam tot een rechtszaak en de Universiteit moest voor een bedrag van twee miljoen euro vervangende computers voorfinancieren.