Persoonlijke instellingen

Meulenbroeks R.F.G.

Uit Tuencyclopedie

Share/Save/Bookmark

‘Een fabelachtig musicus.’ ‘Een bevlogen muzikant.’ ‘Als de viola da gamba de koningin der instrumenten is, dan is hij de koning der bespelers.’ ‘Voor hem zou je een nieuw woord kunnen bedenken: gambomaan.’ De musicus om wie het gaat in deze recensiefragmenten, dr.ir. R.F.G. (Ralph) Meulenbroeks (*1967) vallen in zijn loopbaan nogal wat loftuitingen ten deel. Hij studeert in 1991 cum laude af aan de faculteit Technische Natuurkunde, haalt (ook met lof) zijn diploma uitvoerend musicus contrabas aan het conservatorium in Maastricht en promoveert in 1996 aan de TU/e cum laude op het proefschrift Molecular processes in expanding plasmas. Meulenbroeks is al jaren professioneel uitvoerend musicus en treedt op in binnen- en buitenland. Tijdens de diesviering van de TU/e op 27 april 2006 in de Stadskerk St. Cathrien in Eindhoven speelt hij als speciale gast een tweetal stukken. Meulenbroeks groeit op in Riethoven, in de omgeving van Eindhoven. Vanaf zijn achtste speelt hij piano, en later (bas)gitaar en contrabas, wat zijn hoofdinstrument wordt. Na de middelbare school gaat hij technische natuurkunde studeren aan de TU/e. “Het is moeilijk te zeggen waarom”, vertelt hij. “Ik was goed in natuurkunde op school, maar andere dingen vond ik ook leuk. Hoeveel mensen maken op hun achttiende een bewuste keuze?” Meteen in het eerste jaar begint de spagaat tussen natuurkunde en muziek. “Het idee om naar het conservatorium te gaan speelde steeds door mijn hoofd. De decaan gaf als advies: ‘Waarom doe je het niet allebei?’ Dus ben ik het gaan combineren. Je hoefde in die tijd maar één keer collegegeld te betalen. Druk was het wel. Natuurkunde is echt een dagstudie van negen tot vijf, met al die practica en instructies die je niet uit een boek kunt halen. Als ik dan thuis kwam, ging ik de rest van de avond spelen. De muziektheorievakken volgde ik ’s avonds. Overdag deed ik in de pauzes gehoortraining met cassettebandjes. Dat zullen mijn medestudenten wel raar gevonden hebben. Ik was er fulltime mee bezig, had geen seconde rust.” De muziek trekt, maar ook de natuurkunde blijft aanlokkelijk. “Ik heb een leuke stage gedaan over windenergie en een collegedictaat over astrofysica geschreven. Fysici zijn best leuke mensen. Ik ben genoeg interessante mensen tegengekomen om in het vak te blijven. Bovendien bleek de combinatie haalbaar. Ik hóefde niet te kiezen. Trouwens, natuurkunde en muziek zijn niet zo verschillend als veel mensen denken. Ze hebben alle twee te maken met gevoel. Mijn hoogleraar Daan Schram bijvoorbeeld is een heel intuïtief mens. Hij speelt ook muziek. Onder natuurkundigen is een hoog percentage muzikanten, heb ik me laten vertellen. Een van de stellingen in mijn proefschrift is dat het beoefenen van kunsten, ambachten en wetenschappen uit dezelfde inspiratiebron komt. Ik kon met net zoveel drive spectraallijnen meten als Brahms spelen. Met liefde, ik kan niet anders zeggen.”

Titel: Ralph Rousseau Meulenbroeks neemt applaus in ontvangst na zijn optreden in de St. Catharinakerk bij de viering van het vijftigjarig bestaan van de TU/e Jaar: 2006 Foto: Bart van Overbeeke

Inhoud

Hardrock


De studententijd is een leuke tijd. “Ik kan me nog heftige feesten in de Bunker herinneren, tot zes uur ’s morgens. Met mijn band Blind date repeteerden we daar ook altijd. Ik heb veel hardrockmuziek gespeeld, nummers van AC/DC. In café Wilhelmina speelde ik vaak jazz op maandagavond. Daar kwamen toen grote namen als Hans Dulfer. Ik deed ook wel eens mee met het Eindhovens Studenten Muziek Gezelschap. En als solist heb ik vaak opgetreden op de TU/e. Tijdens de lunchpauzeconcerten op vrijdag in de Senaatszaal, en één keer in het Auditorium, met een orkest waarmee ik in China was geweest. Ook heb ik contrabassolo gespeeld voor het orkest dat landelijk was samengesteld voor het lustrum van de Nederlandse Vereniging van Natuurkundigen. Alle orkestleden hadden iets met natuurkunde, hoewel je dat ruim moet interpreteren.”

Plasma’s


In 1991 studeert Meulenbroeks af op plasma’s waarmee zonnecellen geproduceerd kunnen worden. “In het verlengde van dat onderwerp ben ik gaan promoveren. De studie was vooral praktisch, de promotie was een stuk fundamenteler. Ik heb het vooral volgehouden vanwege de leuke mensen. Ik herinner me nog dat Daan Schram me een keer op kerstavond thuis kwam ophalen om een onderzoek op tijd af te krijgen, terwijl ik hartstikke ziek was. En ik weet ook nog dat ik een meetopstelling wilde bouwen die erg veel geld ging kosten, wel een miljoen gulden. “Onmogelijk”, zei iedereen. Maar we hebben het toch voor elkaar gekregen. Ook waren in die tijd de vooruitzichten voor musici niet gunstig. En niet minder belangrijk: ik moest het juiste instrument nog tegenkomen. Contrabas is puur een begeleidingsinstrument, niet geschikt om hoge solo’s op te spelen. Ik deed er allerlei dingen op die niet kunnen, heel frustrerend. Toen ik de viola da gamba voor het eerst hoorde, wist ik meteen dat het mijn instrument was. De gamba, de ‘barokcello’ met zes of zeven snaren, is tegenwoordig een vrij ongebruikelijk instrument, hoogstens bekend van de Matthäus Passion. Vroeger was dat wel anders. Vóór de Franse Revolutie was het een heel hip instrument. Iedereen die geld had speelde erop, alle goede componisten schreven er muziek voor. Maar later is het uit de mode geraakt.”

Lange haren


In het seizoen 1992-93 onderbreekt Meulenbroeks zijn promotieonderzoek om een jaar in te vallen bij het Koninklijk Concertgebouworkest. “Na dat jaar ben ik ermee gestopt. Mijn contrabasleraar had me afgeraden om te blijven. Die zei: jij moet uitdagende dingen doen, anders gaat het mis. Ik ben eerst afgestudeerd aan het conservatorium, en heb toen mijn dissertatie afgemaakt. Ik was toen al aan het solliciteren geslagen. Met mijn lange haren, zonder stropdas. Ik werd aangenomen bij Philips, Unilever, Océ en Shell. Het werd Shell, maar al snel begon het gedonder. Van het werken werd ik niet gelukkig.” Tegelijk begon de viola da gamba meer en meer te trekken. “Ik moest veel studeren om het instrument op professioneel niveau te kunnen bespelen. Maar ik kon niet zomaar stoppen met werken. De huur moest tenslotte betaald worden. Na tien maanden heb ik ontslag genomen en ben bij Océ begonnen. De sfeer daar sprak me meer aan. Maar ook hier heb ik na een klein jaar ontslag genomen. Mijn laatste stap was een baan in Nieuwegein bij een instituut van de Stichting voor Fundamenteel Onderzoek der Materie; terug naar de onderzoekswereld. Maar ook dat werkte niet meer. Het was de hoogste tijd om te doen wat er aan de orde was: muziek maken.”

Fulltime musicus


Meulenbroeks heeft carriere gemaakt als fulltime musicus. Als zelfstandig ondernemer geeft hij zeker honderd concerten per jaar, solo of met een of twee anderen samen. “Het liefst wil ik mensen bereiken die het instrument niet kennen”, vertelt Meulenbroeks. “Ik vertel er graag dingen omheen, of speel een stukje Michael Jackson. Bij natuurkunde vond ik het ook belangrijk om de dingen voor een groot publiek duidelijk te maken. Iedereen moet zich momenteel verkopen, klassieke musici én natuurkundigen. Geen van beide groepen kan het zich meer veroorloven in de ivoren toren te blijven zitten. André Rieu vind ik fantastisch. Hij speelt de muziek goed en maakt mensen gelukkig.” Inmiddels zijn er twee solo-cd’s van Meulenbroeks verschenen, Voix humaines (in 2003) en Gambomania (in 2005). De cd’s kregen goede recensies in de kranten. ‘Schitterende debuut-cd…’, ‘Ongehoorde passie straalt af van iedere noot...’

“Niet dat de studie en het werk in het bedrijfsleven voor niets zijn geweest. Ik heb een leuk overzicht van wat er in de maatschappij gebeurt. En als ik iets lees over Shell, of over een onderwerp als kernfusie, weet ik waar het over gaat. Ik heb een dieper begrip van dingen in de wereld dankzij de studie. En in de muziek combineer ik rationaliteit en gevoel. Ik studeer hard, lees veel over mijn vak. Maar als ik op een podium zit te spelen ben ik helemaal van de wereld. Dan is er iets met me gebeurd.”

Titel: Ralph Rousseau Meulenbroeks neemt applaus in ontvangst na zijn optreden in de St. Catharinakerk bij de viering van het vijftigjarig bestaan van de TU/e Jaar: 2006 Foto: Bart van Overbeeke