Persoonlijke instellingen

Martin A.J.P.

Uit Tuencyclopedie

Share/Save/Bookmark
Titel: Prof. Archer Martin spreekt bij het 25-jarig bestaan van de vakgroep Instrumentele Analyse. Foto: Archief TUE

Scheidingstechnieken zijn vanaf het begin van de chemie essentieel geweest. Niet voor niets heet chemie in onze taal scheikunde. Analytische scheidingsmethoden zoals de gaschromatografie en de vloeistofchromatografie worden veel gebruikt in de biochemie, de medische wetenschappen, de farmacie en natuurlijk de chemie zelf. Eindhoven heeft sinds de beginjaren een belangrijke rol gespeeld in dit vakgebied en bijgedragen aan nieuwe ontwikkelingen. Prof.dr. A.I.M. Keulemans slaagde er in een aantal uitmuntende buitenlandse onderzoekers voor korte of langere tijd aan zijn groep Instrumentele Analyse te binden. Een van hen was Nobelprijswinnaar en Fellow of the Royal Society prof.dr. A.J.P.(Archer) Martin (*1910 - †2002).

Chloroformdampen


Martin was de zoon van een Londense huisarts en had al vroeg belangstelling voor chemie. Als schooljongen bouwde hij distillatiekolommen van meer dan anderhalve meter hoog door lege koffieblikken aan elkaar te solderen. Hij wilde scheikundig ingenieur worden, maar liet zich in Cambridge overhalen om biochemie te gaan studeren. Als net afgestudeerd biochemicus wierp hij zich daar op de studie van het toen nauwelijks bekende vitamine E. Hij probeerde het vitamine E-preparaat van verontreinigingen te zuiveren met behulp van zogenaamde tegenstroomextractie. Samen met zijn collega dr. R.L.M. Synge construeerde hij tal van apparaten, maar de methoden waren tijdrovend en zetten de laboratoria onder een chloroformdamp. Keulemans refereert hieraan in zijn intreerede uit 1958: “Het was een tijd waarin ze vele ontdekkingen deden, zoals de eigenaardige gevolgen van een chloroform-intoxicatie. Deze stof heeft een erbarmelijke invloed op iemands gemoedstoestand en daardoor kwam het, dat de aflosser (in het laboratorium, red.) geenszins met gejuich, maar met een stortvloed van scheldwoorden werd begroet.” In 1941 kreeg Martin, die toen in een laboratorium voor textielonderzoek in Leeds werkte, een geniale ingeving die resulteerde in de verdelingschromatografie waarvoor hij met Synge in 1952 de Nobelprijs voor de Scheikunde zou ontvangen. “Sixty years ago”, meldt de Britse krant The Guardian in een artikel over Martin, “a revolution swept through the world of analytical biochemistry.” Verdelingschromatografie werd een zeer krachtig hulpmiddel bij het identificeren en scheiden van ingewikkelde chemische mengsels. In zijn toespraak bij de uitreiking van de Nobelprijs bood de laureaat de toehoorders een blik in zijn opvattingen over good lab practice: “It was then I think I discovered what I might call Martin’s principle of scientific research, viz. ‘Nothing is too much trouble if somebody else does it’. Now this is a very difficult principle to apply, particularly if one is a PhD student. Since, however, it is immaterial whether the work is done by assistants or a machine, I decided to build a machine equivalent to an array of about 200 separating funnels.”

Eindhoven


Tien jaar later paste Martin als eerste gaschromatografie toe. De biochemicus vervolgde zijn loopbaan binnen een aantal industriële en overheidslaboratoria, tot hij in 1964 door Keulemans gevraagd werd om prof. dr. M.J.E. Golay in Eindhoven op te volgen als hoogleraar in de leer der analogieën. Martin hield die aanstelling tot 1974 en daarna aanvaardde hij nog een aantal deeltijdaanstellingen aan de universiteiten van Lausanne, Houston en Sussex. Prof.dr.ir. C.A.M.G. Cramers werkte met Martin in de groep Instrumentele Analyse. “Toen hij bij ons kwam werken, was hij te vergelijken met een topsporter die kwam afbouwen. Martin heeft samen met dr.ir. F.M. Everaerts, die later ook hoogleraar in onze groep zou worden, de elektroforetische onderzoekslijn opgezet. Toen ik voor een sabbatical in Amerika was, heeft Martin een tijdje in mijn huis in Eindhoven gebivakkeerd. Bij het vijfentwintigjarige bestaan van de vakgroep in 1983 hebben we hem uitgenodigd om de feestrede te houden.” Een Nobelprijswinnaar is overal een geziene gast. Thomas Flynn, manager bij Perkin Elmer, de marktleider in analyse-apparatuur, nodigde de zeer Britse geleerde in de jaren zeventig uit voor een bezoek aan zijn Amerikaanse laboratoria. Flynn vertelt over de stroeve sfeer die in de kamer hing waar de lunch werd geserveerd (“the ice-cold Martini was about the warmest thing in the room”) omdat de Amerikanen al snel door hun voorraad small talk heen waren bij de wat afstandelijke Britse geleerde. Totdat een van de medewerkers het onderwerp paardenraces aansneed. Archer Martin ontdooide en er ontspon zich een gesprek waarna niemand zich meer zorgen hoefde te maken over nieuwe gespreksonderwerpen.