Persoonlijke instellingen

Krause-Rautavuoma A.O.I.

Uit Tuencyclopedie

Share/Save/Bookmark

Prof.dr. Anna Outi Inkeri Krause- Rautavuoma (*1948) komt in 1975 als jonge buitenlandse onderzoekster met een Finse beurs voor promotie-onderzoek naar de THE. Haar promotor is de chemisch technoloog prof.drs. H.S. van der Baan. Ze brengt vier jaar door in Eindhoven en promoveert in 1979. Bij de christelijke studentenvereniging Ichthus ontmoet ze haar latere man, Hans Krause, die elektrotechniek studeert. Na haar promotie keert ze terug naar Finland om aan een loopbaan in het bedrijfsleven te beginnen. In 1993 wordt ze benoemd tot hoogleraar aan de Helsinki University of Technology, waar ze ooit afstudeerde. Ze is daar hoofd van de vakgroep Industriële Chemie en sinds 2005 vice-rector met internationale contacten en onderzoek in haar portefeuille.

“Ik kom uit een industriestadje in Midden-Finland. Na het gymnasium wilde ik graag chemische technologie studeren en zo kwam ik aan de Helsinki University of Technology terecht. Na mijn master’s en licensiate-opleiding zocht ik een promotieplek in het buitenland. Mijn afstudeerhoogleraar had in de jaren vijftig een tijd in Nederland gewerkt en was onder de indruk van het hoger onderwijs daar. Via een met hem bevriende onderzoeker in Nijmegen kreeg ik het advies in Eindhoven naar een plek te zoeken. Er was natuurlijk nog geen Google in die dagen, maar via wat naspeurwerk in de bibliotheek kwam ik uit bij Van der Baan. Ik schreef hem een brief en omdat ik een Finse beurs had, kon het allemaal snel geregeld worden en mocht ik beginnen met mijn onderzoek naar kobaltkatalysatoren. De mensen denken soms dat er een groot verschil bestaat tussen Finland en Nederland. Er zijn uiteraard verschillen, maar in zijn totaliteit vertoont de levenshouding in beide landen veel overeenkomsten. De verschillen met de buitenlandse gasten uit Japan of Zuid- Europa waren echt veel groter. Alleen de vertegenwoordiging van vrouwen in de onderzoekswereld verschilde nogal opmerkelijk van die in mijn geboorteland. Ik was de eerste vrouw die bij Van der Baan promoveerde en ook de enige vrouw in zijn groep, afgezien van de secretaresses. In Finland was ik helemaal geen uitzondering als vrouwelijke student chemie. Buitenlandse gastmedewerkers in Eindhoven werden in die tijd opgevangen in de International Neighbour Group van de THE. Die deed veel goed werk, maar worstelde met het feit dat ik als vrouw nooit tijd had voor de wekelijkse koffiebijeenkomsten. Die waren namelijk bedoeld voor de partners van buitenlandse medewerkers, allemaal vrouwen. Iedereen sprak Engels en toen ik bij Van der Baan met mijn project begon, kreeg ik een groep afstudeerders onder mijn hoede die graag Engels wilde praten. Dus binnen de Universiteit kreeg ik nauwelijks de kans om Nederlands te leren. Als Lutherse sloot ik me aan bij de evangelische studentenvereniging Ichthus en daar heb ik mijn latere man leren kennen. Op die manier heb ik wèl mijn Nederlands kunnen bijspijkeren. Na twaalf jaar studeren wilde ik heel graag zien of al die opgedane kennis in de praktijk nuttig zou blijken. En dat was gelukkig zo! Ik vond een baan bij het Finse oliebedrijf Neste Oy en daar heb ik verschillende functies doorlopen, van onderzoeker tot uiteindelijk programma-manager van de ontwikkelingsafdeling. Ook in Finland bleek het als vrouw in het bedrijfsleven moeilijk om tot het hoogste managementniveau door te dringen. In 1993 heb ik daarom de overstap gemaakt naar de universiteit. In Finland is de laatste jaren op economische gebied enorm veel veranderd, maar in de jaren tachtig was het land heel wat minder internationaal gericht dan wat ik in Eindhoven tijdens mijn promotietijd van Nederland had ervaren. Ook de netwerkcontacten tussen de onderzoekswereld en het bedrijfsleven waren in Nederland toen al intensief. Mijn man heeft in Finland als elektrotechnicus diverse managements- en consultancyfuncties gehad, maar heeft de elektrotechniek vaarwel gezegd. Hij is nu directeur fondsenwerving voor een Finse kerkelijke organisatie. Minstens een keer per jaar komen we naar Nederland en ik heb sinds mijn Eindhovense jaren nog steeds vrienden, onder andere bij Shell. Sinds ik vice-rector ben, heb ik ook intensieve contacten via het Cluster- netwerk* van universiteiten. Bijvoorbeeld met mijn oude vriend prof.dr. Hans Niemantsverdriet die contactpersoon voor de TU/e is. Je zou kunnen zeggen dat de TU/e als een soort katalysator heeft gewerkt in mijn leven, zowel privé als professioneel.”

* Consortium linking universities of science and technology for education and research.