Persoonlijke instellingen

IJzeren J. van

Uit Tuencyclopedie

Share/Save/Bookmark
(Verschil tussen bewerkingen)
 
Regel 3: Regel 3:
Wanneer Van IJzeren (*1914 - †1998) acht jaar na zijn pensionering bij de Hongaarse statisticus prof.dr. P. Köves promoveert tot doctor in de economie, is zijn band met de Eindhovense faculteit Wiskunde en Informatica nog zeer hecht. Zo hecht, dat hij een vliegtuig huurt om met achtenzestig collega’s, vrienden en familieleden in de Hongaarse hoofdstad zijn promotie te vieren. “Budapest is een mooie stad. En door de combinatie van goedkope valuta en onmatig effectenbezit heb ik er zelf nauwelijks last van.” Het worden drie mooie dagen. Bij het feestdiner treedt prof.dr.[[Ackermans S.T.M. | S.T.M. Ackermans]] op als ceremoniemeester. Van IJzeren geniet, ook al zegt hij in een interview dat promoveren voor hem niet zo belangrijk is en dat hij op zijn leeftijd niet weet wat hij met die doctorstitel aanmoet. En dat het er ook niet zo toe doet dat hij niet in de wiskunde promoveert, al is dat wel zijn grote passie.
Wanneer Van IJzeren (*1914 - †1998) acht jaar na zijn pensionering bij de Hongaarse statisticus prof.dr. P. Köves promoveert tot doctor in de economie, is zijn band met de Eindhovense faculteit Wiskunde en Informatica nog zeer hecht. Zo hecht, dat hij een vliegtuig huurt om met achtenzestig collega’s, vrienden en familieleden in de Hongaarse hoofdstad zijn promotie te vieren. “Budapest is een mooie stad. En door de combinatie van goedkope valuta en onmatig effectenbezit heb ik er zelf nauwelijks last van.” Het worden drie mooie dagen. Bij het feestdiner treedt prof.dr.[[Ackermans S.T.M. | S.T.M. Ackermans]] op als ceremoniemeester. Van IJzeren geniet, ook al zegt hij in een interview dat promoveren voor hem niet zo belangrijk is en dat hij op zijn leeftijd niet weet wat hij met die doctorstitel aanmoet. En dat het er ook niet zo toe doet dat hij niet in de wiskunde promoveert, al is dat wel zijn grote passie.
 +
 +
[[Bestand:Lemma IJzeren Foto 1.jpg|thumb|left|400px|'''Titel:''' Portret van dr. J. van IJzeren in de voormalige faculteitsbibliotheek Wiskunde en Informatica '''Jaar:''' ca 2000 '''Foto:''' [[Bart van Overbeeke]] ]]
=== Oorlog ===
=== Oorlog ===

Huidige versie per 25 feb 2020 13:54

In de vroegere bibliotheek van de faculteit Wiskunde en Informatica op de zesde verdieping van het Hoofdgebouw hing een portretfoto van een wat tanige man. ‘Dr. J. van IJzeren; promoveerde op 2 november 1987 op 73-jarige leeftijd in Budapest.’ Wie was deze oud-medewerker, die in zijn overlijdensadvertentie door oud-collega en vriend prof.dr. M.H.C. Paardekooper nadrukkelijk omschreven wordt als ‘wiskundige’?

Wanneer Van IJzeren (*1914 - †1998) acht jaar na zijn pensionering bij de Hongaarse statisticus prof.dr. P. Köves promoveert tot doctor in de economie, is zijn band met de Eindhovense faculteit Wiskunde en Informatica nog zeer hecht. Zo hecht, dat hij een vliegtuig huurt om met achtenzestig collega’s, vrienden en familieleden in de Hongaarse hoofdstad zijn promotie te vieren. “Budapest is een mooie stad. En door de combinatie van goedkope valuta en onmatig effectenbezit heb ik er zelf nauwelijks last van.” Het worden drie mooie dagen. Bij het feestdiner treedt prof.dr. S.T.M. Ackermans op als ceremoniemeester. Van IJzeren geniet, ook al zegt hij in een interview dat promoveren voor hem niet zo belangrijk is en dat hij op zijn leeftijd niet weet wat hij met die doctorstitel aanmoet. En dat het er ook niet zo toe doet dat hij niet in de wiskunde promoveert, al is dat wel zijn grote passie.


Titel: Portret van dr. J. van IJzeren in de voormalige faculteitsbibliotheek Wiskunde en Informatica Jaar: ca 2000 Foto: Bart van Overbeeke

Oorlog


Het is 1931 wanneer Van IJzeren met een dubbel gymnasiumdiploma op zak (zowel alfa als bèta) in Leiden gaat studeren. Van wiskunde zwaait hij al snel om naar rechten. Zijn vader, classicus en rector van het Gymnasium Haganum, heeft op die omzwaai aangedrongen, met het oog op het vinden van een baan. Hij haalt zijn meesterstitel in 1938, maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan en hij besluit zich alsnog in te schrijven voor de studie wiskunde. Al in 1939 publiceert hij een artikel over meetkunde in het blad Euclides en er zullen er meer volgen. In 1941 vindt Van IJzeren een baan bij de Nationale Levensverzekeringsbank in Rotterdam en in datzelfde oorlogsjaar publiceert hij zijn eerste boek Moderne vlakke meetkunde. Bij een bombardement gaat echter de hele oplage in vlammen op. Zoals voor zovelen van zijn generatiegenoten speelt de Tweede Wereldoorlog een ingrijpende rol in zijn leven. Over zijn oorlogsherinneringen publiceert hij in 1969 een cynisch getoonzet artikel in het blad Utopia, waarin hij opvallend mild oordeelt over zijn behandeling door de Duitsers. In 1943 wordt hij op transport gezet naar Frankfurt, om daar als fabrieksarbeider te werken. “De trein is een nare herinnering; niet de militaire bewaking of de oude wagons op een snikhete dag, maar de landgenoten, met meegekregen lekkers, al maar etend en daarna suf.” In Dillenburg weet hij uit de trein te ontsnappen en daarna vindt hij onderdak in Hamburg, waar hij ‘de hel der Engelse fosforbombardementen’ meemaakt. Hij onderneemt een poging om naar Zwitserland te vluchten, maar wordt schuilend onder een brug betrapt en gearresteerd. Hij wordt afgevoerd naar een gevangenis, respectievelijk ondervraagd door de Gestapo en er staat hem deportatie naar een concentratiekamp te wachten. Maar Van IJzeren wordt zwaar ziek en de dokter verklaart hem tot hoffnungsloser Fall. Hij mag in het ziekenhuis blijven om de dood af te wachten. Maar hij herstelt (ook al zal hij zijn verdere leven longproblemen houden) en valt dus wonder boven wonder in een ambtelijke buitencategorie. Als lästiger Ausländer wordt hij in februari 1944 op transport gezet naar Venlo. Daar mist hij op 22 februari de trein die op het station van Nijmegen de volle laag zal krijgen wanneer de Amerikanen daar bij vergissing de stad bombarderen, met zeshonderd doden als triest gevolg. Tot de bevrijding blijft hij ondergedoken.

Dijkstra


In september 1945 krijgt hij een aanstelling als assistent ‘in de zuivere en toegepaste wiskunde en mechanica’ aan de TH Delft en in 1948 haalt hij zijn doctoraal examen wiskunde in Leiden. Ook in zijn privéleven speelt de wiskunde een rol. Van IJzeren trouwt een vrouw uit een wiskundig geslacht: Helena Aletta Dijkstra is de zus van de latere Eindhovense hoogleraar wiskunde prof.dr. E.W. Dijkstra. Haar moeder drs. B.C. Dijkstra-Kluyver is op haar beurt weer de dochter van de Leidse mathematicus prof.dr. J.C. Kluyver en een ‘indringende dame met wie hij als schoonzoon kon discussiëren over de oplossing van meetkundige problemen.’ In 1947 krijgt Van IJzeren een betrekking bij het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), waar hij zich ontplooit tot deskundige op het gebied van statistiek en indexcijfers. Een van zijn wapenfeiten betreft het ontwikkelen van een methode voor statistische valutavergelijking. De Europese Kolen en Staalgemeenschap, een voorloper van de Europese Unie, neemt deze methode over.

THE


Wanneer Van IJzeren in 1958 de overstap maakt naar de jonge THE kiest hij voor zijn grote passie: de wiskunde. In 1958 wordt hij benoemd tot wetenschappelijk hoofdambtenaar. Prof.dr. J.J. Seidel, secretaris van de afdeling der Algemene Wetenschappen, omschrijft de kandidaat als een ‘begaafd wiskundige’, die zijn functie bij het CBS ‘zeker niet met tegenzin vervult, doch het als een bezwaar gevoelt dat hij te weinig op het gebied van de wiskundige wetenschap bezig is.’ Als een echte onderzoeker leert de onderafdeling der Wiskunde hem niet kennen, veeleer is hij een docent. Paardekooper: “Hij was vooral vaardig in de meetkunde en een goed docent die op studenten wat afstandelijk overkwam.” In een In memoriam schrijft prof.dr. J.H. van Lint dat generaties studenten geprofiteerd hebben van Van IJzerens heldere presentatie van het vakgebied. Een aantal fraaie didactische staaltjes werden gepubliceerd in de American Mathematical Monthly. Volgens Paardekooper was Van IJzeren een liberal in de ware betekenis van het woord, een man met een grote eruditie en betrokkenheid: “Hij was de eerste voorzitter van het stafconvent, waarin hij de belangen van de medewerkers behartigde bij de hoogleraren.” De jurist-mathematicus is ook actief lid van de Remonstrantse Broederschap in Eindhoven en geïnteresseerd in theologie. Maar wiskunde blijft zijn grote liefde. In 1997 verschijnt zijn tweede boek Moderne planimetrie. De flaptekst bevat een soort liefdesverklaring aan de wiskunde: “Als ergens dwingende macht van een denkwijze naar voren komt, is het in de wiskunde. Daarnaast is er de onmiskenbare schoonheid van het vak. In het onderwijs zouden, naast het nuttigheidsaspect, deze twee aspecten altijd tot hun recht moeten komen.” Deze opvatting spoort wonderwel met een bekende uitspraak van de vooraanstaande wiskundige prof.dr. I.J. Schoenberg (*1903 - †1990): “A mathematical paper should either be beautiful, or else useful, preferably both.”