Persoonlijke instellingen

Horowitz A.

Uit Tuencyclopedie

Share/Save/Bookmark
Titel: Prof.ir. Alexandre Horowitz (links) reikt naar hemzelf vernoemde prijs uit aan Modest van Uden Jaar: 1976 Foto: Archief TUE

Een van de kleurrijkste hoogleraren uit de TU/egeschiedenis is prof.ir. A. (Alexandre) Horowitz (*1904 - †1982). Horowitz wordt in Antwerpen geboren als zoon van Joods-Russische emigranten. In 1914 verhuist het gezin naar Nederland. De jonge Horowitz haalt in Amsterdam zijn HBS-diploma en gaat in Delft werktuigbouwkunde en elektrotechniek studeren. Van 1929 tot 1948 werkt hij voor Philips in Eindhoven, Hilversum en de Verenigde Staten. In 1929 wordt hem een octrooi verleend voor een golflengteschakelaar, een gecompliceerd onderdeel voor radiotoestellen. Deze van een drukknop voorziene vinding is een groot commercieel succes en wordt tussen 1935 en 1955 in zo’n veertig miljoen radio’s ingebouwd. Nog beroemder wordt zijn ontwerp voor de Philishave, waarvoor hij in 1939 octrooi verwerft. In 1982 laat Horowitz aan de krant weten dat hij eigenlijk helemaal niet in een dergelijk scheerapparaat geïnteresseerd was: “Het ging mij er om of ik het voor elkaar zou kunnen krijgen. De kritiek was niet van de lucht toen duidelijk werd dat ik geen vijfduizend, maar zevenduizend gulden aan de ontwikkeling van het apparaat had besteed. Mijn chef zei: wat moeten we met die dingen die storing veroorzaken op onze radio’s? Bovendien geloofde aanvankelijk geen sterveling in de afzetmogelijkheden in Europa. De verwachting was dat er hier hooguit vijftienduizend van zouden worden verkocht.” Het zullen er wereldwijd honderden miljoenen worden. Pas in januari 2006 maakt het bedrijf bekend dat op grond van marketingoverwegingen de Philishave voortaan gewoon de merknaam Philips zal dragen.

Inhoud

Polynormwoningen


Horowitz ontplooit zijn ontwerptalenten in vele richtingen. Nederland heeft na de oorlog te kampen met een aanzienlijke woningnood en Philips besluit aan het einde van de jaren veertig om experimenten te starten met nieuwe, grootschalige industriële bouwtechnieken. Het bedrijf heeft immers ervaring met het neerzetten van duizenden arbeiderswoningen in Eindhoven. In 1948 wordt de ontwikkelingsmaatschappij Polynorm als een spin-off opgericht. De ondernemende Horowitz wordt er directeur en gaat werken aan gestandaardiseerde dunne stalen bouwelementen en draagconstructies. In 1950 kan Horowitz een compleet huis presenteren dat is opgebouwd rond een stalen frame. Het is een soort kruising tussen meccano en een IKEA-bouwpakket en moet met bouten, schroeven en moeren in elkaar worden gezet. Voorgefabriceerde betonplaten en andere elementen van hout of cement worden er vervolgens in gemonteerd. Een metselaar komt er niet meer aan te pas. In 1951 worden de eerste Polynorm arbeiderswoningen voor Philips in de wijk Strijp in Eindhoven opgeleverd. Ze gaan lang mee, maar moeten in 2005 wijken voor nieuwbouw. Eindhovense bouwkundigen wetenmet steun van een stedelijke werkgroep een exemplaar voor de ondergang te behoeden. Twee woningen zijn gedemonteerd en onder leiding van prof.ir. J.M. Post zijn de bruikbare onderdelen op het TU/eterrein opnieuw samengesteld tot een woning. Het prototype van de industriële woning is hiermee bewaard gebleven. Bedrijfsmatig is Polynorm minder succesvol. Wanneer de overheidssubsidie in 1953 stopt, ontstaan er financiële problemen en komt er voor Horowitz een einde aan dit avontuur. Zonder gouden handdruk komt hij op straat te staan. In 1953 richt hij het ingenieursbureau Multinorm op, dat onder andere landbouwwerktuigen en huishoudelijke apparaten ontwerpt. Het bekendste ontwerp uit die tijd is een spitmachine, die de losgewoelde grond niet zoals gebruikelijk naast de voren schuift. Horowitz bedenkt dat het beter is om de grond eerst om te keren en daarna weer in de voren te leggen. Dit leidt tot een betere drainage en een hogere opbrengst.

THE


In 1957 laat Horowitz in een brief aan de Eindhovense hoogleraar prof.dr.ir. W.L.H. Schmid weten dat hij vindt dat er aan de THE een college gewijd zou moeten worden aan de leer der mechanismen. Die leer ligt volgens hem aan de basis voor het ontwerpen van allerlei werktuigen. “In de ingenieurspraktijk is algemene technische ervaring, combinatievermogen en ook een beetje uitvinderstalent nodig, omdat niet kan worden volstaan met het aanpassen of wijzigen van bestaande ontwerpen of constructies.” Er volgt een correspondentie met Schmid, waarin deze Horowitz vraagt rustig zijn gedachten te laten gaan over het aanvaarden van een leerstoel en ‘toetreding tot onze kring.’ In 1958 wordt Horowitz benoemd tot hoogleraar in de leer der mechanismen. Aanvankelijk gaat er veel tijd zitten in het geven van onderwijs, maar langzaam komt er meer ruimte voor onderzoek. Horowitz verdiept zich in de schaalwetten en de gevolgen van transformatie van afmetingen en verschijnselen bij tandwieloverbrengingen. Hij bouwt ook een laboratorium voor landbouwwerktuigen en kleine werktuigen op. Medische problematiek interesseert hem ook en zo start hij een onderzoeksproject naar stabilisatie van de menselijke wervelkolom. Op het laatst van zijn loopbaan is hij actief op het terrein van de continue variabele transmissie, afgeleid van Hub van Doorne’s pientere pookje voor de DAF. Tot 1974 studeren er vijfentachtig ingenieurs bij hem af. De ideeënman Horowitz geldt onder de hoogleraren van de afdeling Werktuigbouwkunde een beetje als buitenbeentje. Hij bemoeit zich nauwelijks met het bestuur en heeft de kenmerken van een verstrooide professor, die per ongeluk aan tafel het bord van zijn buurman leeg eet. Impulsief is hij ook. Oud-student prof.dr. ir. M.J.W. Schouten herinnert zich dat onverlaten ooit in de auto van Horowitz inbraken: “Hij ging meteen aan de slag om die te beveiligen. Dat resulteerde in een ontwerp voor een mechanisme, waarvan de essentie bestond uit een heel groot mes dat bij inbraak van onder het chassis tevoorschijn kwam om de voeten van de inbreker er af te hakken. Dat ontwerp heeft het gelukkig nooit verder gebracht dan de tekentafel.”

CCM


In 1974 gaat Horowitz met emeritaat. Bij zijn afscheid schrijft hij een essaywedstrijd uit over het thema ‘creativiteit, techniek en maatschappij.’ “De mens schuift de échte problemen altijd door naar de toekomst”, zegt Horowitz bij de prijsuitreiking. Creatieve wetenschappers en technici lossen weliswaar veel problemen op, maar vaak zijn die gericht op de directe verbetering van de levensomstandigheden. “Een enkele generatie is haast het maximum dat een individu kan overzien.” Met emeritaat gaan betekent voor de tomeloos energieke Horowitz geenszins stoppen met werken. Met anderen richt hij in Nuenen het Centrum voor Constructie en Mechanisatie (CCM) op om door te gaan met het bedenken van nieuwe ideeën voor de industrie. “Ik dacht dat het jammer zou zijn als er een einde aan die mogelijkheden zou komen wanneer ik met emeritaat ging en een paar medewerkers van mij dachten er net zo over. Van het begin af aan heeft ons de mogelijkheid voor ogen gestaan om samen met derden nieuwe industrieën op te richten. Dat is ook gelukt. Uit een product dat wij ontwikkeld hebben, papieren stokjes met watjes aan de uiteinden, is een fabriek ontstaan die nu 45 mensen in dienst heeft.”

Innovatie


Innovatie vindt Horowitz een modewoord. Nieuwe uitvindingen blijven mogelijk zolang de wetenschap haar grenzen verlegt. Onbekende natuurwetten kunnen volgens hem impulsen geven aan het ontstaan van nieuwe technieken: “Zolang je groepjes atomen bekijkt, kloppen de natuurwetten. Maar ga je verder splitsen, zoals de laatste jaren gebeurd is, dan gaan die wetten niet meer op. Dat bevestigt dus mijn gedachtegang: we zijn niet klaar met de natuurwetten.” Horowitz ontvangt in januari 1982 een eredoctoraat van de TH Delft. Naar aanleiding daarvan wordt hij door diverse bladen geïnterviewd over zijn vele uitvindingen. “De meest waardevolle ingevingen krijg ik in een bepaalde schemertoestand, vlak voor het slapen gaan of direct na het wakker worden”, laat hij weten. Een goede uitvinder moet ook ondernemersbloed hebben: “Voor de leek is een uitvinder iemand die in zijn eentje iets uitbroedt en het dan aan anderen overlaat om er gebruik van te maken. Zo’n uitvinder ben ik niet. Er is een heleboel verongelijkt gepraat van mensen die een goed idee hadden maar dat niet doorgezet krijgen. Eigen schuld.” In 1982 komt tijdens een zakenreis een einde aan zijn leven. Wanneer Horowitz zo in het harnas sterft, heeft hij honderddertig octrooien op zijn naam staan.

Een greep uit de octrooien van Horowitz


  • ventilatorkoppeling
  • spitploeg
  • scheerapparaat
  • luidspreker stekerpen (mede-uitvinder ir. Th.P. Tromp)
  • vliegwiel remschijf
  • kooigrasmaaimachine
  • zoete broertjes (mede-uitvinder ir.H. Rinia)
  • zoete zusjes (mede-uitvinder ir. H. Rinia)