Persoonlijke instellingen

Corbusier, Le

Uit Tuencyclopedie

Share/Save/Bookmark

Wie het TU/e-terrein opwandelt via het Limbopad, kan het ‘Objet mathematique’ van de beroemde Zwitserse architect Le Corbusier (*1887 - †1965) niet mislopen. Deze constructie stond in 1958 op de wereldtentoonstelling in Brussel. Daar markeerde het kunstwerk het nog immer spraakmakende Philips-paviljoen, ook een ontwerp van Le Corbusier. Dat gebouw werd na de tentoonstelling volgens plan weer afgebroken. Het ‘Objet’ is het enige aandenken daaraan dat nog daadwerkelijk bestaat. Op de wereldtentoonstelling wilde Philips zijn nieuwste ontwikkelingen tonen. Daarom werd de vooraanstaande architect Le Corbusier gevraagd een spraakmakend paviljoen te ontwerpen. Le Corbusier ontwierp ook de multimediapresentatie avant la lettre die in het gebouw te zien zou zijn. Voor de begeleidende muziek tekende de componist Edgar Varèse (*1883 - †1965), die daartoe een paar maanden zijn intrek nam in een Philips arbeiderswoninkje in de Gagelstraat in Eindhoven. De betonnen constructie van het paviljoen, uitgewerkt door Le Corbusiers assistent Yannis Xenakis (*1922 - †2000), is een verbluffend staaltje van bouwkunst.

Titel: Objet Mathematique (1958) door Le Corbusier op veld voor Auditorium Jaar: 2000 Foto: Ben Elfrink

Betonconstructie


Er loopt een historisch lijntje tussen de TU/e en het paviljoen in de persoon van prof.ir. H.C. Duyster, die van 1967 tot 1975 buitengewoon hoogleraar constructief ontwerpen aan de afdeling Bouwkunde was. Duyster was in 1957 als directeur van Strabed S.A. in Brussel betrokken bij de betonconstructie van het paviljoen. Hij genoot enige bekendheid als de ontwerper van een apparaat waarmee de voorspankracht van betonconstructies kan worden gemeten en tekende voor het ontwerp van de betonconstructie van het Evoluon.

Gesamtkunstwerk


Het resultaat van de inspanningen van Le Corbusier c.s. is een waar Gesamtkunstwerk, dat de naam ‘Le poème électronique’ krijgt. Het Brusselse paviljoen wordt een doorslaand succes. Drommen bezoekers staan in lange rijen te wachten om binnen te komen. Aan het gebouwconcept ligt de vormstructuur van een maag ten grondslag: bezoekers worden aan de ene kant opgeslokt en na de voorstelling verlaten ze het paviljoen via de achteruitgang. Kort voor de opening van de wereldtentoonstelling blijkt dat het verschil tussen de ingang en de uitgang niet duidelijk genoeg is. Daarom ontwerpt Le Corbusier het ‘Objet mathematique’, dat als baken voor de ingang dient. Binnen komt een tweede objet aan het plafond te hangen. De audiovisuele presentatie op de asymmetrische wanden van het paviljoen is een overdonderende show van licht, geluid en kleur. De beelden veranderen voortdurend en tonen de geschiedenis van de mensheid. Metershoge projecties van dieren, maskers, skeletten, afgodsbeelden, staalconstructies, atoomexplosies, ruïnes, kreupele kinderen, filmsterren, uitvinders, gereedschappen en oude beschavingen verschijnen op de wanden. Een collage van bewerkte geluiden van machines, bellen, piano, percussie en elektronica ondersteunt de beelden. Verspreid door het paviljoen hangen honderden luidsprekers die een soort surround-soundeffect teweegbrengen. Na de wereldtentoonstelling verwerft het ‘Poème’ een welhaast mythische status onder architecten en muziekliefhebbers. Aan de TU/e wordt in de loop der jaren diverse keren aandacht besteed aan Le Corbusiers schepping. Bouwkundestudenten maken in 1983 een reconstructie en organiseren een tentoonstelling. Het ‘Objet’ komt in bezit van de stichting Kunstlicht in de kunst, die het in 1998 in bruikleen geeft aan de TU/e. Een andere Eindhovense stichting, ALICE, vat in 2003 het plan op om het ‘Poème’ inclusief het Philips-paviljoen te reconstrueren. De ideale plaats om dat te doen is het voormalige Philipsterrein Strijp S, waar vroeger het Natlab was gehuisvest. Het gebied wordt herontwikkeld voor wonen, werken, ontspanning en cultuur. Mochten de plannen van de initiatiefgroep, waarin ook medewerkers van de TU/e participeren, gerealiseerd worden, dan zou het ‘Objet mathematique’ weer herenigd kunnen worden met het paviljoen. Voorlopig wordt de constructie vanaf 2006 echter met Philips LED-techniek op het terrein van de TU/e in een nieuw licht getoond.