Persoonlijke instellingen

Blauwe maandag

Uit Tuencyclopedie

Share/Save/Bookmark

“Those that made it, those that faded those that never even made the grade, those that we thought would never last”


=== The Kinks === You can’t stop the music, 1975


Niet iedereen wil of kan de eindstreep van een universitaire opleiding halen. En niet iedereen in het bezit van een diploma doorloopt daarna een opvallende loopbaan. Ook de TU/e kent zijn Blauwe Maandag studenten, die korte tijd ingeschreven stonden en daarna voor een andere route door het leven kozen, die hen op de een of andere manier voor het voetlicht bracht. Een greep uit wat min of meer bekende namen uit deze categorie.

Inhoud

Paul van Buitenen (*1957)


Paul van Buitenen studeerde van 1975 tot 1978 werktuigbouwkunde, maar verliet zijn alma mater zonder diploma. Eind 1998 werkte hij als assistentaccountant voor de EU in Brussel. Hij bracht de Europese Commissie aan het wankelen toen hij als klokkenluider een rapport over fraude via de Europese Parlementsfractie van de Groenen naar buiten bracht. Een jaar later stapte de Commissie onder voorzitterschap van Jacques Santer op. Van Buitenen was als Europees ambtenaar toen al op een zijspoor gezet. Hij richtte vervolgens de partij Europa Transparant op, won boven verwachting twee zetels en werd lid van het Europees Parlement.

Pieter van Empelen (*1943)


Pieter van Empelen studeerde van 1961 tot 1963 scheikundige technologie en werkte mee aan de musical O Helena die in het lustrumjaar 1964 met veel succes in de stad werd opgevoerd. Daar kreeg hij ongetwijfeld de smaak van het theater te pakken. Later maakte hij deel uit van het illustere cabaretgezelschap Don Quishocking. Na een jarenlange winterslaap treedt hij weer op in de theaters met collega Fred Florisse (die ooit het titellied zong voor de James Bond parodie ‘Boter, Kaas en Eieren’).

Peter Scheele (*1962)


Peter Scheele studeerde vanaf 1980 twee jaar elektrotechniek en besloot toen over te stappen naar de internationale Bijbelschool. Hij genoot tussen 1991 en 1996 enige bekendheid als langharige televisiemaker, straatinterviewer voor de EO-televisie en oprichter van de Jezus-fanclub. In 1997 schreef hij een boek met de titel Het einde van de evolutietheorie. In 2002 was hij lijsttrekker voor de Christenunie in de Eindhovense gemeenteraad, maar haalde de kiesdrempel niet.

Piet Wildschut (*1957)


Het sportieve hoogtepunt in zijn loopbaan beleefde profvoetballer Piet Wildschut in 1978 tijdens het wereldkampioenschap in Argentinië, waar hij drie wedstrijden in Oranje meespeelde. Toen PSV in 1979 de 22-jarige rechtsbenige linksback voor 1,2 miljoen gulden van FC Twente kocht was dat de duurste transfer uit de geschiedenis van de Eindhovense club. In Twente had hij zich ingeschreven voor de studie wiskunde en toen hij de overstap maakte naar PSV schreef hij zich aan de THE in en kreeg hij vrijstellingen voor wat P-vakken. Maar de combinatie van profvoetballer en student bleek te zwaar. De examenperiodes vielen meestal in januari en mei en juist dan was hij veel weg met de selectie. In 1985 verruilde Wildschut PSV voor FC Antwerp en was het definitief met de studie gedaan. Tegenwoordig woont en werkt hij in de Verenigde Staten. Oud-bedrijfsleider van het Studentensportcentrum Willem van der Sommen herinnert zich nog een typische voetbalanekdote uit de PSV-tijd van student Wildschut. “De PSV-selectie trainde onder Kees Rijvers wel eens in het Studentensportcentrum. Toen Wildschut na zijn transfer voor de eerste keer op zo’n training kwam, trof hij René van de Kerkhof aan, rustig zittend op een paaltje. Piet kende hem nog uit zijn Twente-tijd. ‘Moet je niet trainen?’, vroeg Piet. ‘Welnee’, zei René, ‘ik heb vandaag geen zin, en dan kun je gewoon aan de trainer vragen of je een keer mag overslaan.’ Rijvers en ik stonden in de buurt en hadden het gesprek opgevangen. Dat was natuurlijk lachen toen Wildschut daarna een keer aan Rijvers vroeg of hij de training mocht overslaan en Rijvers hem helemaal stijf schold.

Joep van den Nieuwenhuyzen (*1955)


Ondernemer Joep van den Nieuwenhuyzen studeerde vanaf september 1974 vier jaar technische bedrijfskunde, maar verliet de TU/e zonder diploma om in 1982 voor het eerst in de publiciteit op te duiken als woordvoerder van de horecafamilie Van der Valk bij de ontvoering van zijn schoonmoeder Toos van der Valk. Daarna bouwde hij een naam op als bedrijvendokter. Hij begint in 1985 met het beursgenoteerde metaalbedrijf Begemann en koopt vervolgens een serie kwakkelende bedrijven die hij verbindt aan de Begemann groep, die uitgroeit tot een onderneming met een miljardenomzet. Met de koop van het noodlijdende automatiseringsbedrijf HCS begint voor de ondernemer een periode van affaires, rechtszaken en claims. Hij wordt vrijgesproken van handel met voorkennis en dient een zware claim in tegen de Amsterdamse Beurs en de Nederlandse Staat wegens geleden schade. Voor deze Begaclaim wordt zelfs een beursnotering aangevraagd. Van den Nieuwenhuyzen heeft tijdens zijn studententijd nauwelijks sporen achtergelaten in de kolommen van TH Berichten, op een open opinie uit 1975 na. Daarin spuwt hij zijn gal over de blunderende organisatie van de TH- tenniskampioenschappen. De organisator daarvan krijgt onder uit de zak: “Een toernooi waarin deelnemers in kwart, halve en zelfs in finales zonder geldige redenen worden geschrapt, slechts omdat deze Soetenbroek enkel en alleen zijn kliekjes en eigenbelangen nastreeft, is de naam TH-kampioenschappen niet meer waardig.”

Leon Hamers (*1948) en Frans


Thijssen (*1951)


Bouwkundestudenten Hamers en Thijssen openden in 1986 samen met kompaan Frank Beek het eerste Grand Café van Eindhoven aan de Kleine Berg. ‘Berlage’ werd een begrip en werd ooit uitgeroepen tot het beste café van Brabant. Studenten, local hero cabaretier Theo Maassen, Herman Brood, maar ook PSVvoetballers als Romario en Ronaldo wisten de weg te vinden naar het etablissement.