Persoonlijke instellingen

Bierflessen

Uit Tuencyclopedie

Share/Save/Bookmark

In 1976 krijgt prof.ir. N.J. Habraken, die op het punt staat zijn positie als decaan van de jonge afdeling Bouwkunde in Eindhoven in te ruilen voor een leerstoel aan het Massachusetts Institute of Technology (MIT), een telefoontje van biermagnaat Freddy Heineken. Wordt het niet eens tijd om een oud idee van stal te halen om het woningprobleem in de Derde Wereld aan te pakken? Habraken geldt in de jaren zestig als bevlogen voorvechter van een grotere rol voor de gebruiker bij het bepalen van zijn woonomgeving. Omdat hij tegen eenvormige massaproductie is, bepleit hij een bouwconcept waarin een leeg casco wordt geleverd. De individuele gebruikers bepalen vervolgens hoe de woning naar hun wensen afgebouwd zal worden. Habraken was oprichter van de Stichting Architecten Research (SAR), die in de jaren zestig deze scheiding van ‘drager’ en ‘inbouw’ onderzocht. Met zijn aanstelling als hoogleraar aan de THE verhuisde de SAR mee naar Eindhoven. In een publikatie over Habraken valt te lezen dat Heineken op zijn reizen in de Derde Wereld gestuit was op haveloze krotwoningen in slums. Rond die woningen struikelde je over het afval, waartussen de brouwer natuurlijk vooral de bierflesjes opvielen. Op de groene Heinekenflesjes exportbier werd in die tijd geen statiegeld geheven. Zou het geen goed idee zijn om deze twee problemen met elkaar te verbinden? In 1962 had de bierbrouwer voor het eerst contact gezocht met Habraken. Zijn vraag aan de bouwkundige was om een bierfles te ontwikkelen die gebruikt zou kunnen worden als bouwsteen. Heineken had daar zelf al wat ideetjes over op papier gezet en Habraken ging aan de slag. Hij ontwierp verschillende modellen en een daarvan vond genade in ieders ogen: de WoBo of ‘World Bottle’. Heineken liet het ontwerp patenteren en er werden bij wijze van proef zestigduizend flessen gemaakt door fabrikant Leerdam. Maar de flesjes zouden voor altijd leeg blijven, want de marketeers van Heineken vonden een associatie tussen het biermerk en armoede niet zo geweldig. “De PR-mensen zeiden tegen Freddy: kijk, als u nu Elisabeth Taylor zo gek zou krijgen om in zo’n Heinekenhuis te gaan wonen, dan krijgen we het idee wel verkocht.” ‘Hoe meer je drinkt, hoe groter je huis’ was ook niet zo’n goede basis voor een slogan. Het plan verdween in de ijskast. Halverwege de jaren zeventig, het tijdperk van de Club van Rome, kwam het onderwerp recyclen en duurzaam bouwen voor de Derde Wereld echter internationaal in de belangstelling te staan. Habraken herinnert zich de tweede poging om het idee uit te voeren: “Heineken vond dat de tijd rijp was om te onderzoeken of er echt gebouwd zou kunnen worden met de WoBo’s. Ik heb hem toen voorgesteld om met de afdeling Bouwkunde als ontwerpproject een kantoorgebouw voor de SAR te bouwen op de campus in Eindhoven. Flessen waren er nog genoeg. Fabrikant Van Leer doneerde wat grote olievaten die we in het ontwerp inpasten en de Volkswagenimporteur leverde ons wat daken van VW-busjes. De THE was bereid om de grond ter beschikking te stellen.” Maar Heineken overspeelde zijn hand. Samen met Frits Philips, die er ook bij betrokken was, vroeg hij de THE óók nog een forse financiële bijdrage in de bouwkosten van het project. Habraken had hem dat sterk afgeraden. De aanvraag zou ongetwijfeld worden afgewezen. “Het was een ongelukkig moment, want ik stond op het punt naar MIT te vertrekken. Was ik in Eindhoven gebleven, dan had ik misschien Heineken nog kunnen overreden. Maar eerlijk gezegd stonden de jongens van de SAR, behalve medewerker Rinus van den Berg die het ontwerp had gemaakt, ook niet zo te springen om in zo’n garbage kantoor te trekken.” En zo werd het project voor de tweede maal afgelast. Volgens Habraken lag er in de jaren tachtig nog een aanzienlijke voorraad wereldflessen opgeslagen bij de Heinekenvestiging in Den Bosch. “Dat hoorde ik van een Delftse jaargenoot die daar directeur was. ‘Ben jij die vent van die flesjes? Nou bedankt, we hebben er hier nog zestigduizend van liggen’.” In de 21e eeuw lijkt er opnieuw belangstelling voor de bouwflesjes te groeien. In Barcelona waren ze te zien op een tentoonstelling over innovatie. Ook uit andere landen bereiken Habraken nog verzoeken om informatie over de WoBo. “In de privé-tuin van Heineken in Noordwijk stond een hut die gebouwd was met die flessen. En in het museum van de brouwerij in Amsterdam is ook nog een wandje te zien. Maar ik geloof niet dat er verder nog veel van over is.”