Persoonlijke instellingen

Be, W.Ph.

Uit Tuencyclopedie

Share/Save/Bookmark

Ir. Wie Phiauw (George) Be werd op 29 november 1921 in Nederlands-Indië geboren. Hij volgde een technische opleiding, werkte in de oorlogsjaren bij de Spoorwegen en ging later met steun van zijn familie aan de TH Bandung scheikunde studeren. Hij maakte de overstap naar de TH Delft, waar hij bevriend raakte met Kees Dorgelo, zoon van de latere rector magnificus van de THE. Be studeerde in 1955 af en vertrok met zijn Nederlandse vrouw naar Indonesië. Toen het echtpaar Be in 1958 weer naar Nederland terugkeerde, adviseerde prof. Dorgelo hem om in Eindhoven te solliciteren. Van 1958 tot 1981 was Be werkzaam als practicumleider bij de afdeling Scheikundige Technologie. Voor generaties studenten was hij een bekende figuur. De eerste jaren verliepen volgens Be in een sfeer van samenwerking en collegialiteit, maar daarna werd alles zakelijker en harder. Be ging wegens gezondheidsproblemen met vervroegd pensioen.

Chinese bank


Titel: Medewerkers van de vakgroep Anorganische Chemie, voorste rij 2e van links George Be Jaar: ca 1960 Foto: TU/e fac. ST collectie dhr. San de Beer

“Ik ben geboren in Semarang, Midden- Java, en kom uit een Chinese familie van handelaren en landeigenaren in Nederlands- Indië. Be is de familienaam en betekent paard in het Chinese Hokkian dialect van de streek in Zuid-China waar de familie vandaan kwam. De beroemdste stad in die streek is Amoy (nu Xiamen), tegenover het eiland Taiwan, waar zeerovers de wateren beheersten. Ik ben een verre nazaat van zo’n geslacht van zeerovers. Mijn familie woonde al vijf generaties in Indonesië en was in de negentiende eeuw schatrijk geworden door de opiumhandel. We spraken thuis Nederlands en met de bedienden Javaans, hadden een drukkerij en een uitgeverij. We gaven de eerste Chinese krant op Java uit en waren eigenaar van een bank die het faillissement in gepest is door de gemene streken van de Javasche Bank. We werden van schatrijk opeens straatarm. Er was zelfs geen geld om voor mij vijfendertig cent schoolgeld te betalen. Ik was als jongen heel potig en na de lagere school stuurde mijn vader me naar de technische school. Het schoolprogramma was vergelijkbaar met dat van de latere HTS. Na mijn examen ging ik werken bij de Staatsspoorwegen op Java. Toen de Japanners in februari 1942 het land bezetten, ben ik noodgedwongen bij de Spoorwegen gebleven. Ik heb veel geluk gehad. Veel van mijn collega’s en chefs zijn geëxecuteerd. Een collega uit Solo weigerde om weer aan het werk te gaan en werd voor de ogen van zijn familie onthoofd. Ontslag nemen was er niet bij. Ik was vrijgezel en werd naar de gevaarlijkste projecten gestuurd. Ik ben er heelhuids uitgekomen en ik ben er van overtuigd dat ik dat te danken heb aan de bescherming van mijn overgrootvader. Wanneer ik aan zijn graf stond, voelde ik een hele sterke band met hem en raakte ik vervuld van een gevoel van hemelse rust. Voor mijn eindexamen van de technische school heb ik bij zijn graf zitten studeren. Een westerling zal het bijgeloof noemen, maar ik heb vaak zijn hulp ervaren. Wie mij lastig viel, stierf op onverklaarbare manier. Een voorbeeld: in de oorlog ging ik op zondagavond vaak viool spelen. De stad was verduisterd en in het donker botste ik vlak bij de kazerne van het voormalige tiende Nederlands-Indische bataljon in Batavia tegen een Japanse soldaat op. We vielen en ik wilde juist opstaan toen er een auto opdook die dwars over die Japanner heenreed. Ik wist niet hoe snel ik weg moest komen. Hij zou me ongetwijfeld zwaar gestraft hebben.

Viool of techniek?


Vioolspelen was mijn grote hobby. Ik had een bijbaantje als plaatsaanwijzer in de schouwburg van Batavia, waar maandelijks concerten werden gegeven. Zo kon ik gratis luisteren. De dirigent vroeg me om tweede violist te worden in het orkest. Toen ik zei dat ik aan de TH Bandung wilde gaan studeren, vond hij dat een veel beter plan. Ik had van mijn schamele loon geld gegeven om de studie van mijn broer mee te bekostigen. Die was inmiddels tandarts en nu was het zijn beurt om mij te helpen. Maar ik had eerst de toestemming nodig van een inspecteur van het onderwijs om naar Bandung te mogen. Die vond het niet nodig dat ik weer zou gaan studeren. Ik voel het als een ingrijpen van mijn overgrootvader toen die inspecteur plotseling stierf. Een maand later kreeg ik van diens opvolger wél toestemming. Om aangenomen te worden moest ik binnen drie maanden mijn eindexamen HBS-B halen en dat is me gelukt, terwijl ik nauwelijks Franse of Duitse les had gehad. De TH Bandung was voor de oorlog opgericht en de belangrijkste afdelingen waren Werktuigbouwkunde, Scheikunde, Elektrotechniek, Civiele techniek en Mijnbouw. Ik heb er drie hoogleraren meeggemaakt die later aan de THE werden aangesteld: Posthumus, Van der Leeden en Niesten. Na mijn P2-examen stelde mijn vader voor dat ik mijn studie in Nederland zou voortzetten. Er ging in die tijd een hele stroom studenten uit Indonesië naar Delft. Mijn vader verkocht zijn grootste drukpers voor dertig mille, stortte het geld op de Javasche Bank. Die werd echter in 1949 door Soekarno genationaliseerd en weg was het geld voor mijn studie! Ik heb mijn latere vrouw in de collegebanken ontmoet en zij heeft me gered. Ik was zo arm en het was vreselijk wennen, zowel aan de kou als aan de nieuwe vakken. Ik raakte bevriend met Kees Dorgelo. Als onderdeel van mijn afstudeerwerk heb ik met Kees een fabrieksschema ontworpen. Ik studeerde in 1955 af en ben daarna met mijn vrouw voor drie jaar naar Indonesië vertrokken. Ik was een idealist, wilde het land mee opbouwen en koos voor de Indonesische nationaliteit. Ik doceerde, in het Maleis, in Semarang, op de farmacieafdeling van de Universiteit van Djokja. Daar heb ik ook een practicum opgezet. Ik ben lange tijd een echte Nederlandhater geweest, omdat mijn familie door de Nederlanders helemaal geruïneerd was. Maar onder het Indonesisch bewind bleek het nog veel slechter te gaan. In 1958 werden de meeste Nederlanders gedwongen om te vertrekken. Ik kwam als asielzoeker terug en mijn vrouw als statenloze. Ik wilde de familie Dorgelo graag weer ontmoeten en zocht hen op in Eindhoven, waar Dorgelo intussen rector magnificus was. Hij adviseerde me om eens te gaan kijken bij de afdeling Scheikundige Technologie. Men zocht een practicumleider en ik was daar geknipt voor. Ik solliciteerde en mijn aanstelling werd in drie weken geregeld.

Begintijd


Titel: Interieur Chemisch laboratorium Jaar: ca.1960-1963 Auteur/Bron: John Bergs

Ik werd in 1958 aangesteld in de groep van prof.ir. J.G. Hoogland, een strenge hoogleraar. De THE bemiddelde bij het vinden van woonruimte en we verhuisden in 1959 naar een woning aan de Veldmaarschalk Montgomerylaan. De eerste tien jaren waren geweldig. Er heerste een sfeer van ambitie en iedereen wilde samenwerken. Op onderzoekgebied waren we nog niet zo vooruitstrevend. Alles moest worden opgebouwd. Ik heb die eerste tien jaar heel hard gewerkt. Hoogland en ik waren beiden gezegend met een hard karakter. Ik heb toen de overstap naar de groep van prof.dr. G.C.A. Schuit gemaakt. Schuit was minder streng. Verschillende mensen kregen van hem toestemming om dezelfde taken op zich te nemen en daardoor groeide er een sfeer van onderlinge concurrentie. Posthumus was in zijn keuze van onderwijsstof nogal ouderwets. Hij behandelde aan de THE nog jarenlang de onbruikbare Phlogiston theorie. Maar hij was een geweldig spreker. Als hij sprak, raakte iedereen geboeid. Hij was een show hero. In 1972 kreeg ik een hartinfarct. De bedrijfsarts Borstlap waarschuwde me dat ik het rustiger aan moest doen. In 1981 ben ik met vervroegd pensioen gegaan. Ik ben al vijfentwintig jaar weg, maar ik kan moeilijk afstand nemen van mijn tijd aan de THE. Dat zit in mijn aard. Vioolspelen was mijn grote passie. Ik speelde soms bij diesbijeenkomsten en was actief in de voorloper van het Heliconorkest. Romantische muziek speelde ik het liefst. Ik gaf vioolles en ik schreef ook wel eens een arrangement. Op een avond was ik bij Dorgelo op bezoek. Zijn dochter speelde hobo en was bezig om een adagio van Bach in te studeren. Dorgelo vroeg me of ik dat zelfde stuk een keer samen met hem zou willen uitvoeren. Dat wilde ik wel en ik heb toen een arrangement in de stijl van de violist Jasha Heifetz geschreven. Dat hebben we op een personeelsavond uitgevoerd, ik op viool en hij op piano. Het werd een groot succes!”