Persoonlijke instellingen

Philips Gloeilampenfabrieken

Uit Tuencyclopedie

Share/Save/Bookmark

Prof.dr. H.B.G. Casimir, directeur van het Philips Natuurkundig Laboratorium (Natlab), waar op dat moment tweehonderdvijftig academici en twaalfhonderdvijftig overig hoger opgeleiden werken, wordt in 1957 door een lokale krant aan de tand gevoeld over de relatie tussen Philips en de prille THE. “THE en Philips Research zijn twee geheel onafhankelijke zaken”, meldt Casimir. Natuurlijk zijn er genoeg mogelijkheden voor goede samenwerking aanwezig, maar onafhankelijkheid blijft volgens Casimir een groot goed. Hij ziet het Natlab als een klant van de Hogeschool:“ We ontlenen onze staf aan hogescholen en universiteiten. En we zijn gebruikers van kennis.” Onafhankelijk of niet, het is een feit dat een aantal vooraanstaande Philipsbestuurders en -onderzoekers een aandeel heeft gehad in de totstandkoming van en de voorbereidingen voor de THE. Prof.dr. G. Holst, de oprichter van het Natlab, leidde vanaf het einde van de jaren veertig een tweetal voorbereidende commissies. Ir. Th.P. Tromp trad vanaf 1956 op als curator. Dr.ir. F.J. Philips maakte deel uit van de stichting Technisch Hoger Onderwijs in het Zuiden en werd de eerste voorzitter van het Eindhovens Hogeschoolfonds. Een aanzienlijk aantal aan het Natlab verbonden onderzoekers maakte vanaf 1956 de overstap naar de THE om een hoogleraarspost te bekleden. Onder hen coryfeeën als dr. J.F. Schouten en ir. A. Horowitz. Tientallen onderzoekers met een Philipsachtergrond zouden hen volgen.

Inhoud

Verweven


In de loop der jaren kregen Philips en de THE meer raakvlakken. Casimir maakte deel uit van het bestuur van het Instituut voor Perceptie Onderzoek, een gezamenlijk onderzoeksinstituut van Philips en de THE en was ook een van de initiatiefnemers voor de jaarlijkse Holstlezing. Philips trof speciale regelingen voor medewerkers die aan de THE een ingenieurstitel wilden halen. Aan het begin van de jaren zestig schonk het concern de jonge Hogeschool een cyclotron. Het Philips International Institute, dat getalenteerde buitenlanders uit de landen waar Philips gevestigd was een aanvullende technologische opleiding in Eindhoven bood, ging op in het aan de TU/e verbonden Eindhoven International Institute. Afstudeerders en promovendi vonden binnen het concern interessante onderzoeks- en ontwerpprojecten. Voor duizenden van hen vormde een stage het begin van een loopbaan binnen het bedrijf. Er bestaat een aparte bedrijfskring Philips-TU/e, waarin alumni met een Eindhovense achtergrond verenigd zijn.

Titel: Gebouw T-hoog (nu Vertigo) in aanbouw. Rechts op de achtergrond het Philips-complex Emmasingel met de lichttoren. Daartussen onder meer het in aanbouw zijnde kantoor van de PTT aan de Dorgelolaan Jaar: ca 1962 Foto: Archief TU/e

Centurion


Philips-topman C.J. van der Klugt verklaarde in 1987 op een congres van de bedrijfskundige studievereniging Industria dat Philips op dat moment driehonderdvijftigduizend mensen in dienst heeft: “We nemen in ons land per jaar zevenduizend mensen aan terwijl er maar drieduizend weggaan.” Volgens de topman neemt de N.V. van elke lichting universitaire elektrotechnici de helft in dienst. In de jaren negentig zullen deze cijfers overigens onder invloed van de operatie Centurion drastisch wijzigen. Maar in de eenentwintigste eeuw ziet de situatie er weer rooskleuriger uit. In 2001 treedt voor het eerst in de geschiedenis een Eindhovense ingenieur aan als hoogste Philipsbestuurder. Alumnus dr.ir. G.J. Kleisterlee volgt in dat jaar ook zijn voorganger C. Boonstra op als voorzitter van de Raad van Toezicht van de TU/e. Samenwerking tussen Philips en de TU/e krijgt vanaf de jaren negentig verder gestalte in het Dutch Polymer Institute, in het Embedded Systems Institute en in het technostartersproject Incubator3+. Maar ook bijna iedere faculteit heeft samenwerkingsprojecten met afdelingen van de multinational.

Van Eindhoven naar Amsterdam


Onder Philips-president Boonstra besluit het concern de hoofdzetel te verplaatsen van Eindhoven naar Amsterdam. Dr.ir. H.G.J. de Wilt, destijds voorzitter van het College van Bestuur, herinnert zich dat hij op een avond in oktober 1997 thuis in Zaltbommel een telefoontje kreeg van burgemeester dr. R.W. Welschen van Eindhoven over deze voorgenomen actie. “Ik heb toen als standpunt verkondigd dat die verhuizing een geschenk was en een emancipatorische mijlpaal. Eindelijk komt de regio eens af van het beeld dat alles hier voor, door en onder Philips gebeurt. Dat standpunt heb ik publiekelijk herhaald, wat me kwam te staan op verguizing door het Eindhovens Dagblad. Maar de High Tech Campus die als tegenprestatie voor die verhuizing in de regio is opgebouwd is toch prima!”

Research in China


Chief Executive Officer van Philips Research, dr. H.A. Harwig, geeft in 2004 tijdens een gezamenlijk bezoek van een Philips Research- en een TU/e-delegatie aan vier Chinese topuniversiteiten aan dat wereldwijd ongeveer twintig procent van de vierduizend researchmedewerkers van Philips een TU/e-achtergrond heeft. De samenwerking tussen universitaire en industriële onderzoekers krijgt een jaar later ook in China gestalte, wanneer Philips Research en de TU/e een samenwerkingsovereenkomst sluiten met de Zhejiang University in Hangzhou. Philips Medical Systems en de TU/e sloten al eerder een contract met de North East University in Shenyang op het gebied van biomedische technologie. Anno 2006 heeft Philips letterlijk en figuurlijk zijn campus geopend voor onderzoekers van universiteiten en van andere bedrijven om verder gestalte te geven aan het open innovation systeem. De TU/e is op die campus een van de vele partijen die samenwerken in het nieuwe Center for Translational Molecular Medicine en het Holst Centre, dat technologieën ontwikkelt voor intelligente, draadloze, sensorgebaseerde microsystemen en systemen-op-folies. Ing. A.H. Lundqvist, voorzitter van het CvB, ziet Philips allang niet meer als simpelweg een bedrijf. “Het is een compleet eco-systeem. Zij kunnen het niet alleen, wij ook niet. En dat wíllen we ook niet.” Kleisterlee laat in 2005 in Cursor optekenen dat er geen enkele universiteit is waarmee Philips betrekkingen onderhoudt die zo divers en diepgaand zijn als die met de TU/e, ook al wordt nog steeds wederzijds de onafhankelijkheid benadrukt: ”We onderhouden relaties van het CvB tot aan de individuele studenten en op alle tussenliggende niveaus. Daarmee gaat er geen dag voorbij zonder TU/e-Philips contact.”